Tag Archives: Menu

Wilko Miletić

Met een werkgever als 3VOOR12/Amsterdam ben je zomers verzekerd van mooie festivals. Wilko Miletić fotografeert dan ook graag vrijwillig voor ze. Sinds drieeënhalf is hij geregeld te vinden op concerten, feesten en uiteraard festivals.

 

Deze zomer heeft Wilko onder andere op Shoeless Outdoor, Voltt Loves Summer en Valtifest gefotografeerd, allen voor 3VOOR12/Amsterdam. “Festivals zijn leuk om meerdere redenen”, begint Wilko. “Ten eerste speelt een festival zich doorgaans buiten af, waardoor je – als je geluk heb – lekker in het zonnetje kunt werken. Ten tweede zijn er op festivals meerdere podia waar van alles tegelijk gebeurt en ook buiten de muziek is er vaak genoeg te doen.” Kortom: waar je bij een concert of feest vast zit aan één of hooguit twee podia, heb je op een festival meer dan genoeg om te fotograferen. Tot slot is er nog de sfeer op een festival, ‘vaak wat losser’, aldus Wilko. “Bij een concert of feest komen de bezoekers vooral voor de muziek, terwijl op een festival de gezelligheid en de sfeer ook erg belangrijk zijn.”

Volgens Wilko zit er ook een groot verschil tussen concert- en festivalfotografie, twee genres die toch vaak op een hoop gegooid worden. “Het belangrijkste verschil is wel dat er op een festival een hoop tegelijk gebeurt op verschillende locaties. Op grotere festivals moet je goed nadenken waar je heen gaat op welk tijdstip om de mooie momenten mee te pakken, ook omdat de podia soms een stuk lopen uit elkaar liggen.” Het is deels de kunst, deels ervaring om op de plek te zijn waar ‘het’ gebeurt, licht Wilko toe. “Na een dag van twaalf uur fotograferen op een festival ben ik dan ook fysiek gebroken door het vele lopen, staan en wachten op ‘de’ momentjes.”

Ook de techniek van het fotograferen op een festival is anders. Terwijl concerten en feesten vaak donker zijn en alleen de artiesten (slecht) belicht zijn door kunstlicht, heb je op een festival vaak zonlicht in overvloede: ‘erg wennen’, meldt Wilko. “Ik heb er zelf eigenlijk meer moeite mee om mijn foto’s mooi te belichten in zonlicht dan in een donkere concertzaal”, geeft hij eerlijk toe.

Maar op een muziekfestival is het natuurlijk wel makkelijk als je de aanwezige muziek ook daadwerkelijk leuk vindt. Is dit geen struikelblok voor de veelzijdige Wilko? “Ik heb qua muziekfestivals niet echt een voorkeur. Mijn eigen muzieksmaak is zodanig breed dat ik kan genieten van de diepste techno tot de hardste metal, dus dat is niet zo’n probleem.” De programmering op festivals bieden tegenwoordig ook ruimte voor afwisseling, zodat meerdere (sub)genres vertegenwoordigd kunnen worden. “Wat veel meer telt dan het genre is de sfeer die er heerst. Een goede sfeer zorgt ervoor dat je zelf ook in een goed humeur raakt en dat komt je werk altijd ten goede.”

Festivalfotografie vergt echter wel wat voorbereidingen, want door onbeslagen te werk te gaan maak je het jezelf erg lastig. “Het aan te raden om een globaal plan te maken van wat je wil fotograferen: welke artiesten mogen zéker niet missen in je verslag, welke artiesten zijn niet zodanig belangrijk dat je erbij ‘moet’ zijn en wat voor ‘rand-dingen’ zijn er op het festival te doen.” Wilko verkent vervolgens het terrein, zodat hij weet waar hij moet zijn en waar de leuke dingen gebeuren. “Zelf kijk ik ook vaak naar de apparatuur op de podia, hoewel dat niet altijd even goed zichtbaar is. Als er tekenen van lasers of CO2-kanonnen aanwezig zijn, kun je alvast bedenken wat je daarmee gaat doen in je shots.”

Als het feest eenmaal is losgebarsten is het belangrijk dat je heel snel kunt handelen: “Een mooi moment, zoals het publiek dat helemaal gek wordt op de climax van de muziek, duurt meestal niet langer dan een paar seconden”, legt Wilko uit. Een van zijn grootste tips is dan ook om je apparatuur door en door te kennen. “Het is verder ontzettend fijn om toegang te hebben tot het podium. Hier kun je relatief rustig werken en heb je het beste uitzicht op de dj of artiest en het publiek.” Hiervoor heb je doorgaans echter wel accreditatie nodig en Wilko raadt daarom aan om voor een respectabel medium te fotograferen en niet als hobbyist aan de slag te gaan.

Een andere tip om mooie shots te maken: anticipeer. “Luister naar de muziek, hieraan kun je vaak goed afleiden wat het publiek gaat doen. Is een dj spanning aan het opbouwen? Zorg dat je daar iets mee doet, want het publiek gaat straks vermoedelijk uit z’n dak.” Een festival is verder vaak het toneel van rare of bijzondere acties van (al dan niet dronken) bezoekers, weet Wilko uit ervaring. “Kijk goed rond, ook buiten de podia, en je vindt soms hilarische taferelen die juist de sfeer van een festival goed weergeven.”

Foto’s © Wilko Miletić

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Monique Koelman

Iedere zomer ligt het Zandvoortse strand weer bomvol zonaanbidders; geen plekje meer te vinden. Dan hebben de eigenaren van de strandhuisjes het beter bekeken, met hun eigen stekje. Zeker als je de interieurs ziet, die Monique Koelman allemaal mocht fotograferen.

Al 75 jaar bestaat Kampeer Vereniging Strandgenoegen, dus de zeventien jaar die Monique zelf lid is zijn slechts een fractie. Het jubileum vormde voor haar echter wel een mooie aanleiding om eindelijk alle 155 strandhuisjes te bezoeken. Opgesteld in twee rijen tegen de duinrand – zelf zit ze op de achterste rij – zien de huisjes er van buiten praktisch allemaal hetzelfde uit, maar het zijn de interieurs die het verschil maken. KVS is een van de vier verenigingen met huisje op het Zandvoortse strand – totaal staan er meer dan 750 – en bestaat voornamelijk uit Amsterdammers, sommige uit families die er al drie generaties komen.

Hoe ben jij zelf eigenlijk in zo’n huisje terechtgekomen?

“Dat komt allemaal door mijn man Marcus, die al jaren naar het strandhuisje van zijn familie ging. Ik ging uiteraard wel naar het strand, maar de huisjes staan helemaal tussen Zandvoort en Bloemendaal, dus ik wist niet eens van het bestaan ervan af. Sinds Marcus me de eerste zomer meenam, was het raak.”

Toen kwam je op het idee om alle interieurs te gaan fotograferen, waarom?

“Natuurlijk was het opkomende jubileum een mooie aanleiding, maar ik liep zelf ook al jaren met het idee rond. Terwijl ik dacht dat privacy nog een obstakel zou vormen, was iedereen juist hartstikke enthousiast en weigerde niemand me binnen te fotograferen. Hierdoor zijn het persoonlijke foto’s geworden, mede omdat de bewoners er zelf ook op staan. Ik had een nieuw groothoekobjectief gekocht waarvan ik dacht ‘daar moet het mee lukken!’ en was aan de slag gegaan.”

Hoe ben je vervolgens te werk gegaan?

“Alle foto’s moest identiek zijn en een eenheid vormen, dus heb ik steeds hetzelfde standpunt gekozen. Bij iedereen heb ik de deuren opengeslagen, de camera opgesteld en afgedrukt. Niets meer, niets minder.”

Iets meer dan een maand later was je klaar en hoe reageerde de mensen?

“Het bestuur van de vereniging was heel enthousiast en stelde voor mijn project, genaamd ‘Gluren bij de KVS-buren’, als jubileumkado in boekvorm aan te bieden. Dat maakte het voor mij natuurlijk nog leuker, want ze hebben me ook geholpen met het drukken en uitgeven. Iedereen vond het heel mooi geworden; het is natuurlijk ook een tijdsdocument dat mensen willen bewaren.”

Terwijl de een netjes gekleed in een opgeruimd huis staat, zit de ander in badkleding. Ben je gewoon op de bonnefooi langsgegaan of had je dat gepland?

“Soms spontaan, soms gepland. Als niet alle leden van het gezin thuis waren, belde ze me gewoon later op als iedereen er wel was. De een wil nog even wat nets aantrekken, terwijl het de ander echt niets uitmaakt. Die ploft gewoon op de bank en laat het begaan. Dat is denk ik ook de kracht, dat iedereen zichzelf is gebleven, zonder pretenties. Echt Amsterdams, een beetje volks.”

Is er nu iets dat je is opgevallen, iets wat bij ieder huisje weer terugkomt?

“Dat, ondanks dat ze er van buiten allemaal hetzelfde uitzien, alle huisje verschillend zijn. Sowieso zit er een verschil tussen huisjes die na ieder seizoen weer afgebroken worden (bouwhuisjes van hout) en huisjes die in de duinen worden gezet (units van kunststof). Uiteraard is laatstgenoemde makkelijker en luxer, maar het kost ook wat meer. Daarnaast zijn de meeste ‘houten’ vloeren gewoon van vinyl, maar het ziet er wel prachtig uit. Het liefst zouden de bewoners er dan ook het hele jaar zitten.”

Deed je zelf al wat met fotografie, of was dit project je vuurdoop?

“In het dagelijks leven ben ik fotograaf, maar daarnaast doe ik ook al sinds 22 jaar modellenwerk. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in fotografie en er dag in dag uit mee in de weer zijn is dan natuurlijk de beste leerschool. Ik heb heel veel geleerd van de mensen die mij fotografeerde en alles gewoon gevraagd. Tijdens fotoshoots kreeg ik eigenlijk gewoon kleine workshops, maar voor de technische kant heb ik ook wel een echte cursus gevolgd. Ik combineer de twee nu al zeven jaar.”

Foto’s © Monique Koelman

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Spencer Murphy

De O’Neill Cold Water Classic is geen standaard competitie. Het is een jaar durende test van karakter en doorzettingsvermogen voor de beste surfers ter wereld. Fotograaf Spencer Murphy volgde ze op hun eerste avontuur: Tasmanië.

Een gevecht van surfer tegen surfer, maar tegelijkertijd ook van mannen die tegen zichzelf en ‘s werelds koudste, wildste en meeste ongastvrije kustlijnen. Dat is de O’Neill Cold Water Classic en (surf)lifestyleblad Huck heeft dit jaar daar nog een eigen uitdaging bijgevoegd. Zij nodigden verschillende fotografen uit ieder van de vijf etappes van de surfcompetitie vast te leggen, zonder restricties. Of ze nu het avontuur nu vastleggen op het land of in het water, zij mogen bepalen wat het achtergrond van de klassieker wordt.

Vijf unieke stijlen, een creatief doel: om een jaar lange verslag te doen van de strijd, de overwinningen en ondergangen en de bittere kou. De eerste stop is Tasmanië en die eer gaat naar de Engelse fotograaf Spencer Murphy.

Hoe voelde het om gevraagd te worden om voor Huck Magazine de O’Neill Cold Water Classic te mogen verslaan?

“Ik was plezierig verrast, maar voelde wel meteen de druk van de competitie op mijn schouders. Het enige dat ze namelijk in de uitnodiging hadden gezet aan onderwerpen waren een aantal titels als ‘de kou’, ‘de lokale bevolking’, ‘de surfers’, et cetera. Ik wist meteen dat ik iets anders wilde neerzetten dan andere surffotografen, maar weet natuurlijk niet wat de andere vier gaan produceren.”

In plaats van de surfers te fotograferen (op een paar na) heb jij de focus gelegd op het landschap en de lokale bevolking. Hoe moeilijk was het om een portret te maken van een gemeenschap op zo’n verlaten eiland als Tasmanië, met name tijdens de CWC?

“Het was niet per se moeilijk, want ik had al mijn benodigdheden en een stevig idee van wat ik eruit wilde halen. De enige restricties waren het weer en de tijd; het kostte me twee dagen om er te komen en twee dagen om weer terug te komen en ik had er maar zes. Met meer tijd had ik de plek beter neer kunnen zetten, maar ook het weer was verraderlijk. De eerste ochtend een donderstorm, diezelfde middag verbrand door de zon – wat enigszins beschamend is als spierwitte Engelsman tussen de gebronsde surfers. Het was dus telkens zaak te wachten op de juiste weersomstandigheden”

Je enige richtlijn was de beschrijving om ‘het avontuur op het land of in het water vast te leggen’, wat heb je daar vervolgens mee gedaan? 

“Gelukkig had ik dus al een stevig idee in mijn hoofd en wist ik wat ik wilde laten zien, maar ik wilde me daar niet door vast laten leggen. De eerdergenoemde onderwerpen moesten wel alleen vastgelegd worden, terwijl ik ook een hele serie had kunnen maken van ‘de lokale bevolking’ of ‘het landschap’. Nu had ik een lijst gemaakt met wat er moest gebeuren en tikte deze langzaam af. Hierdoor kon ik me op een of twee onderwerpen per dag focussen en alles verslaan.”

De meeste mensen zullen je kennen van je portretfotografie, waarmee je ook vaker heb geëxposeerd. Hoe goed past dit project in je portfolio? 

“Dat is een interessante vraag, want voor mij voelt het als een ware representatie van mijn eigen stijl, maar ik begrijp dat het ook kan voelen als een vlucht. Ik wilde bekendstaan voor mijn kunde als fotograaf om esthetiek of emotie in verschillende disciplines binnen de fotografie te verwerken en niet vastgepind worden als portret- of landschapsfotograaf. Omdat ik de CWC ook op die manier betrad voelde het als een perfecte combinatie tussen de verschillende genres in mijn portfolio en daarnaast erg natuurlijk. De serie voldoet een beetje als brugfunctie tussen de portretten en landschappen binnen mijn portfolio.”

De wereldberoemde surfer Kelly Slater was geen onbekende voor jou, maar wat is je relatie met surfen?

“Nou, ik zou niet zo ver willen gaan als mezelf een surfer te noemen, want ik lig waarschijnlijk maar een keer per jaar in het water, als het meezit. Ik ben echter geïnteresseerd geweest in de surfcultuur sinds een schoolvriend uit Nieuw-Zeeland me introduceerde met een surfmagazine, in mijn tienerjaren. Ik ben nu in de dertig en surf nog steeds op beginnersniveau. Buiten fotografie en de cultuur eromheen heb ik dus eigenlijk weinig referenties met surfen.

Ondanks het feit dat ik vaker surfers fotografeer heb ik me eigenlijk wel altijd te gast gevoeld tussen ze. Ik denk echter wel dat dat me enigszins geholpen heeft om een originele perspectief te houden op iets dat al zo vaak gefotografeerd is, omdat ik er naar blijf kijken zonder vooroordelen.

Foto’s © Spencer Murphy

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Jeroen Oosterhof

Ziek worden en daardoor je hobby niet meer uit kunnen oefenen is per definitie een nare situatie. Het verzacht echter wel de pijn wanneer je nieuwe hobby fotografie wordt, zoals bij Jeroen Nieuwhuis gebeurde. Zonder achtergrond of opleiding.

Dat was allemaal drie jaar terug, toen voor Jeroen alles begon met de aanschaf van een Panasonic Lumix FZ-18. Hij had wat anders nodig, wat ontspannends, en fotografie interesseerde hem altijd al. Als complete leek plaatste hij zijn foto’s op verschillende fotofora op internet, zonder visie of doel.

Hij werd meegesleept door de hdr-hype, maar maakte eigenlijk overal foto’s van. Ter afleiding en ontspanning. Hij verdiepte zich echter wel in het hdr-fenomeen en zat nachtenlang te knoeien met Photoshop. Het resultaat is surrealistisch, enigszins absurd. De inspiratie voor zijn werk haalt hij met name van dezelfde fora als waar zijn eigen foto’s opstaan, maar ook van bekende namen als  Dave Hill of Jim Fiscus. Namaken doet hij niet, maar het werk laat hem wel zien wat er allemaal mogelijk is binnen de fotogrenzen.

Hoe ben je na je die Panasonic eigenlijk verder gegaan?

“Serieus investeren, dat eerst. Een goede camera, lenzen, enzovoorts. Ik merkte dat de Lumix tekort schoot en daarom ben ik toen overgestapt op een Canon EOS 40D, waar ik nog steeds mee schiet. Daarnaast heb ik me nu een beetje vastgelegd op het ef-s-systeem door een Canon 17-55mm f2.8 aan te schaffen en ik merk wel dat je daar heel leuke dingen mee kan doen.”

Je haalt veel inspiratie uit andermans werk, maar hoe zou je je eigen stijl omschrijven? 

“Ik heb niet echt een eigen stijl, getuige de potpourri aan afbeeldingen op diverse fotofora. Ik maak soms wel kleine series, maar ik volg niet echt een lijn. Ieder beeld staat op zich en ik benader ieder beeld dan ook zo. Ik hou er niet van om datgene dat in de smaak valt, dan maar eindeloos te herhalen. Dat verveelt me.”

Met als resultaat deze enigszins absurde, surrealistische foto’s, waarom?

“Mijn foto’s lijken of ze getekend dan wel geairbrushed zijn, omdat dat me altijd aangesproken heeft. Met extreme toonmapping wordt het al snel een cartoon en ik wilde dat hdr-effect effect creëren, maar dan zonder verlies van kwaliteit. Dan moet je dus zelf aan de slag met Photoshop, waarvan ik nu de techniek achter de techniek ken en dus lekker kan spelen.”

Hoe ver ga je in dat spelen?

“Ik werk veel met opties als curve en dodge & burn, waarmee ik eigenlijk alles naar mijn hand kan zetten. Maar wat ik ook doe in Photoshop, het zijn allemaal toevoegingen. De basis moet goed zijn, waardoor licht heel belangrijk wordt; ik ben er zeer afhankelijk van. Het licht bepaalt wat voor een bewerking het gaat worden. Hetzelfde geldt voor flitsen, vandaar dat ik heb geïnvesteerd in een tweede Elinchrom Quadra’s-setje.”

Wat is dan de meerwaarde van het bewerken van je foto’s?

“Het feit dat ik mijn creativiteit er in kwijt kan. Ik kan blijven bewerken, omdat de computer verder gaat waar de camera ophoudt. De basisbewerking kost me een half uurtje, daarna zit ik makkelijk twee uur te pietlutten aan de details. Ik wil dat mensen twee keer naar de foto moeten kijken en ‘verstop’ dan ook altijd wel iets in de plaat. Fotograferen opzich is makkelijk en eigenlijk zijn alle soort fotografie hetzelfde, het is de bewerking waarmee je het eigen maakt. Hoe kan een foto nog misgaan, de techniek biedt je alles! Creativiteit maakt het verschil, terwijl je visie allesbepalend is.

Heb je dan wel een bepaalde visie voordat je op stap gaat?

“Ik fotografeer met name landschappen, straatgezichten en portretten, maar wil me met name toe gaan leggen op dat laatste. De bepaling van de compositie is uiteraard belangrijk, maar verder is het eigenlijk een artistieke keuze. Hoewel ik me in de toekomst wel meer toe wil gaan leggen op het uitwerken van ideeën, want dat deed ik eerst helemaal niet. Op die manier wil ik meer een verhaallijn creëren, terwijl ik eerder alles gewoon spontaan verzon. Als ik dan ook wat vaker dan een keer per maand (hooguit) ga fotograferen, hoop ik er een flow in te krijgen. Ik zal blijven bewerken, want het beste moet nog komen.”

Foto’s © Jeroen Oosterhof

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Jeroen Nieuwhuis

Jeroen Nieuwhuis is een pas achttienjarige fotograaf uit Denekamp, bij Enschede. Hij werkt daar fulltime in een fotowinkel, maar fotografeert het meest in zijn vrije tijd. De jonge fotograaf is grotendeels autodidact en heeft van zijn hobby daadwerkelijk zijn werk gemaakt.

Het is voor Jeroen Nieuwhuis allemaal begonnen met een camera van de Bart Smit, welke al snel opgevolgd werd door een serieuze compact. Op vijftienjarige leeftijd schafte hij zijn eerste dslr aan: een Canon EOS 300D. Binnen twee jaar had hij deze echter vervangen voor een 5D Mark II, de camera waarmee hij nu naast skatefoto’s ook portretten en filmpjes mee schiet.

Wat houd Jeroen Nieuwhuis bezig in het dagelijks leven als fotograaf?

“Ik werk in een fotowinkel en ben daarnaast fotograaf. Natuurlijk maak ik tijdens mijn ‘normale’ werk ook foto’s, maar dat zijn enkel portretten. Buiten mijn werk ga ik juist veel meer fotograferen. Dan zijn het met name skatefoto’s en andere portretten en soms productfotografie, maar ik ben overal voor in.”

Je bent natuurlijk pas achttien, maar welke kant wil je op met de fotografie? 

“Iets in de commerciële hoek, zoals reclamefotografie. Voor een merk als Nike of Adidas skate- of snowboarders fotograferen. Mijn passie ligt in de extreme sporten, dus hoop ik daar ook in meer te kunnen gaan fotograferen. Productfotografie vind ik echter ook leuk; ik ben gewoon heel breed.”

Is er een speciale reden dat je zo breed georiënteerd bent?

“Het begon allemaal toen ik foto’s van mijn skatende vrienden ging maken. Steeds als we weer gingen skaten nam ik mijn camera mee en maakte foto’s. Om deze te kunnen delen met vrienden heb ik een Blogspot gemaakt en daar alles opgezet. Toen ik vervolgens de link naar mijn blog plaatste op een forum nam de skate skate- en snowboardwebsite Tacky.nl contact met me op, omdat ze wel een fotograaf konden gebruiken. Zo kwam het balletje aan het rollen.”

Mag je skatefotografie dan nu de hoofdmoot van jou werk noemen?

“Ik denk het wel, naast Tacky werk ik ook voor de lokale skateboardwinkel in Enschede en maak ik foto’s van hun teamrijders. Daarnaast zijn er een aantal websites waar ik voor publiceer. Maar ik heb ook een behoorlijke tijd gehad dat ik veel portretten maakte. Zo belandde er een van een vriend op Hyves, werd 14.000 keer bekeken en opeens zat mijn inbox vol met verzoeken van meisjes die ook wel een fotoshoot wilden. Sociale media zijn erg belangrijk om bekendheid te vergaren.”

Hoe combineer je die twee zeer verschillende genres, skate- en portretfotografie?

“Gelukkig hoef ik geen keus te maken, want ik kan het gewoon allebei doen. Dingen die ik niet leuk vind, zoals high fashion-fotografie, doe ik ook gewoon niet.”

Je fotografeert nu met een 5D Mark II, maar bent nog geen vier jaar geleden begonnen met een Bart Smit camera. Hoe wist je zo snel dat fotograferen echt jouw ding was?

“Nou, ik kocht mijn eerste compact dus toen ik veertien was, maar binnen een jaar wilde ik al een spiegelreflex. Daarom kocht ik nog voor mijn zestiende een 30D, waar ik iets minder dan twee jaar mee gedaan heb. Nu is het mijn reservebody. Ik merkte meteen al, zeker bij sportfotografie, dat ik de snelheid mistte en vaak te laat was, dus dat ik wel een dslr moest hebben om datgene te doen wat ik leuk vind. Mensen reageerden gewoon altijd enthousiast op mijn werk en ik had er plezier in, dus het was een simpele keus.

Ben je volledig autodidactisch of heb je ook een opleiding gevolgd?

“Op het ROC in Enschede heb ik een foto opleiding gevolgd, maar ben ik na een jaar gestopt omdat ik er veel meer van verwachtte. Het was eigenlijk helemaal niks; op het laatst was ik zelf dingen aan het uitleggen aan de leraar. Omdat ik nog zeventien en dus leerplichtig was ben ik eens in de twee weken naar de Fotovakschool in gegaan voor de vakopleiding. Ik was daar, volgens mij, de jongste leerling ooit, maar heb het wel afgelopen februari afgerond.”

Heb je het gevoel op die vakopleiding wel wat geleerd te hebben?

“Om eerlijk te zijn heb ik vooral mezelf veel geleerd. Een opleiding, zeker voor fotograaf, is niet echt mijn ding en ik heb het gevoel er te weinig te leren. Wel twijfelde ik of ik me moest specialiseren, want mijn collega van de fotowinkel raadde me dat aan, maar mijn leraar vond dat niet nodig. Dat was wel een bevestiging en ik heb me zelf al gespecialiseerd.”

Wat doen de natuur- en zwart-witfoto’s dan op je website?

“Dat is meer iets wat ik af en toe doe, voor erbij. Zo ga ik zondag voor tweeënhalve week naar Noorwegen, op fotoreis. Dan gaan we gewoon een rondje rijden en hebben we op de route bepaalde plekken waar we gaan fotograferen. We, mijn baas en ik, zijn al bijna drie weken aan het plannen, dus het gaat zeker wat moois worden.”

Foto’s © Jeroen Nieuwhuis

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment