Category Archives: Interviews

‘Tijs en Tiësto vormen één persoon’

Tiësto wil met zijn laatste album Kaleidoscope de dancecène innoveren. Naast een verhuizing naar Miami werkte hij daarom samen met internationale artiesten. Beukend is het nog steeds, maar vernieuwend is overdreven.

Wat is er zo anders aan de geïnnoveerde Tiësto en Kaleidoscope? 

‘Ik ben voor Kaleidoscope op zoek gegaan naar een vernieuwend geluid. Door samen te werken met muzikanten als Nelly Furtado, CC Sheffield en Tegan & Sara heb ik niet gekozen voor de mainstream, maar de alternatieve kant van de popmuziek’, legt Tiësto uit terwijl de ober van het Amsterdamse hotel aan de gracht het water bijschenkt. ‘Ik wilde namelijk niet de meest voor de hand liggende samenwerkingen, maar uitdagingen met artiesten die echt iets bij kunnen dragen aan mijn muziek.’

Je verhuist naar Miami om jezelf te vernieuwen. Was dat zo hard nodig?

‘Ik was toe aan wat anders, simpel. Ik probeer liever iets niets, of het nu werkt of niet, dan in herhaling te vallen’, zegt hij strijdvaardig. Tiësto heeft ook huizen in Amsterdam, Johannesburg en Schotland, maar woont vast in Miami. ‘Het Amerikaanse publiek is daarnaast heel anders dan het Nederlandse.’

In welk opzicht?

‘Het Amerikaanse publiek staat veel opener voor nieuwe dingen, vandaar dat ik hier heb kunnen samenwerken met zoveel popmuzikanten. Daarnaast denken de Amerikanen niet zo in hokjes als de Nederlanders: als ik op één avond verschillende stijlen wil draaien dan kan dat, in Nederland zit het publiek daar niet op te wachten’, zo weet hij uit ervaring te vertellen.

Hoe komt zo’n samenwerking met een popmuzikant precies tot stand?

Tiësto begint te lachen en schuift voorover: ‘Meestal regel ik dat niet zelf, maar de samenwerking met de Three 6 Mafia is wel een grappig verhaal. Ik zat in een studiocomplex in Los Angeles, waar toevallig ook de rappers van Three 6 Mafia aan het werk waren. Mijn manager liep daar hun producer Franky tegen het lijf, wie één van mijn tracks voorlegde. Iedereen was meteen enthousiast en begon er spontaan op te rappen.’ Voor beide betekent een samenwerking namelijk naamsbekendheid bij een ander publiek en daarmee een grotere doelgroep.

In de ranglijsten moet je landgenoot Armin van Buuren al een aantal jaar voor je dulden. Denk jij, net als hem, ook aan bijvoorbeeld een eigen computergame?

‘Nee, totaal niet’, reageert Tiësto snel. ‘Van 2002 tot 2004 ben ik de beste DJ ter wereld geweest, aldus DJ Magazine, en dat vind ik al een hele prestatie. Ik ben heel andere dingen gaan doen – innoveren, experimenteren en samenwerken – terwijl Armin gewoon is blijven draaien; echt vergelijken kan je ons dus niet. Daarnaast heb ik niet voor de makkelijke, commerciële weg gekozen’, zegt hij, zonder Armin enig verwijt te maken. Een aantal nummers van hem zijn wel gebruikt in het spel DJ Hero, maar een eigen spel als Armin’s In The Mix hoeft van hem niet. ‘Ik werk liever samen met bijvoorbeeld een filmproducent of theatergezelschap, daar ligt nog een uitdaging.’

Naast een concert in de Heineken Music Hall op zaterdag 19 juni en Mysteryland volgende maand, blijft Tiësto ook over de wereld toeren met Kaleidoscope. Is er straks een plek waar ze hem niet kennen? 

‘Amerika is sowieso ontzettend groot, dus al kennen ze je in New York, dat hoeft niet te betekenen dat ze je in Los Angeles ook kennen. Iedere stad moet opnieuw verovert worden. China en Japan zijn zelfs voor mij redelijk ondoorgrondelijk.’ Zelfs Tiësto krijgt niet overal voet in de aarde.

Posted in De Pers, Interviews | Tagged , , | Leave a comment

Deense technoheld gaat tegen de stroom in

Het heeft vier jaar geduurd, maar de Deen Anders Trentemøller heeft eindelijk een opvolger voor zijn debuutalbum. Into The Great White Yonder is een dramatische, maar meeslepende ervaring.

Hoewel het grote publiek de 35-jarige Trentemøller kent als techno-dj, produceert hij cd’s met melodieuze, dromerige melodieën. Net als op zijn grensoverschrijdende debuut The Last Resort uit 2006, is op Into The Great White Yonder geen technonummer te horen. ‘Het is een luisterplaats, geen dansplaat’, omschrijft de dj, die met zwarte gothic handschoentje aan en een donkere pluk haar voor zijn ogen niet bepaald doorsnee is.

Into The Great White Yonder is melodieus, maar donker album geworden, was dat gepland?

‘Na een lange wereldtournee – er stonden acht shows gepland, het werden er tachtig – wilde ik gewoon weer nieuwe muziek maken’, stottert de enigszins verlegen Deen als de felle zon de Amsterdamse hotellobby binnenschijnt. ‘Gaandeweg, ongeveer halverwege, kwam er pas een patroon in het album. De dramatische, neergeslagen toon was gezet en daar ben ik mee verder gegaan.’ Trentemøller zoekt op de plaat de balans tussen elektronische muziek en instrumenten. ‘Ik wilde er ook meer échte instrumenten in hebben dan het vorige album, maar dat komt waarschijnlijk door mijn geschiedenis als muzikant.’

Wat is er zo speciaal aan de mix tussen elektronische muziek en live instrumenten als een theremin en een mandoline?

‘Het geluid wordt warmer, organischer en natuurlijker. Het is gewoon een perfecte combinatie’, zegt hij, het uitbeeldend met zijn armen. ‘Mijn eerste album was veel elektronischer en ik wilde niet in herhaling vallen; ik ben zelf in vier jaar ook veel veranderd.’ Dat levert de luisteraar een overweldigende geluidskosmos op, wat eigenlijk niet in een enkel hokje gestopt kan worden. ‘Instrumenten vullen elektronische muziek prachtig aan.’

Maar de twee vormen een groot contrast, hoe maak je daar een mooi geheel van?

‘Ik ben daar eigenlijk niet bewust mee bezig, dat ik ze beide gebruik spreekt voor mij voor zich. Ik kies ook niet één instrument uit, maar op Into The Great White Yonder gebruikte ik plotseling veel gitaren – die ik op mijn keyboard inspeelde, want gitaar spelen kan ik niet – en dat klonk goed’, biecht hij eerlijk op. ‘Dan ga ik daarmee door. Het klinkt misschien heel makkelijk, maar ik mix al jaren verschillende muziekgenres door elkaar. Ik probeer alle mogelijk aspecten van deze genres op een natuurlijke manier te incorporeren, zonder dat het geforceerd klinkt.’

Wat bezielde je om Into The Great White Yonder digitaal op te nemen, om vervolgens te converteren naar analoog?

‘Het geluid van tape is zo écht en diep, dat is niet te overtreffen met digitaal geluid. Ik heb dus alles opgenomen met mijn computer, afgemixt en vervolgens overgezet naar een bandrecorder met behulp van oude equalizers en versterkers. Het is de charme van tape en het feit dat je de historie erin terug hoort dat ik al die moeite heb gedaan.’

Ben je van plan wederom grote artiesten als Röyksopp, the Knife en Moby remixen, zoals je deed na het uitkomen van The Last Resort?

‘Ik heb twee jaar geleden besloten dat ik minder remixen ga maken, anders kom je al snel bekend te staan als remix-dj’, reageert Trentemøller enigszins geagiteerd. ‘Deze keer wilde ik gewoon een album maken en alleen remixen bij uitzondering. Zo heb ik wel nummers van Franz Ferdinand en Depeche Mode geremixed, omdat ik daar echt een uitdaging in zag.’

Een paar jaar terug deed je de controversiële uitspraak dat minimal-techno dood was, kom je daar nu op terug?

‘Waar ik op doelde toen ik dat zei, was dat er tegenwoordig overal mash-up’s van gemaakt worden. Niets is meer puur, dus ook minimal niet. Het vormt een niche, een subgenre, dat snel aan populariteit heeft verloren. Het zal altijd blijven bestaan en ik blijf het ook draaien, maar besteed er geen aandacht meer aan.’

Posted in De Pers, Interviews | Tagged , , | Leave a comment

Craig David is zeker van zichzelf

Tien jaar na zijn debuut is Craig David terug. Een coveralbum vol Motown nummers moet zijn carrière nieuw leven inblazen.

Waar ben je geweest al die tijd? 

‘Na mijn laatste hit in Nederland – Rise & Fall met Sting uit 2003 – heb ik nog twee normale en één greatest hits album uitgebracht, die helaas niet zijn aangeslagen in Nederland. Iedereen denkt dus dat ik zeven jaar niets heb zitten doen, maar het tegendeel is waar.’

 En nu dan opeens een album vol Motown covers, hoezo?

‘Eigenlijk ging dat niet gepland. Ik wilde een album maken met nummers van mijn favoriete artiesten, waarvan tachtig procent nu eenmaal bij Motown zit. Maar daarnaast bevat het Signed, Sealed, Delivered ook nummers van Otis Redding, Curtis Stigers en drie zelf geschreven nummers met Motown samples. Het is een mix geworden van nummers waar ik een bepaald gevoel bij heb gekregen.’

Waarom speciaal deze nummers?

‘Je ouders zijn altijd van zeer grote invloed op je muzieksmaak en mijn ouders draaiden veel platen van Stevie Wonder, Marvin Gaye en The Temptations. Ook werden die artiesten veel op de radio gedraaid, dus hoorde ik ze constant. Opeens besefte ik me dat ik ook zo’n cd kon maken.’

Hoe was het om als tekstschrijver andermans teksten te zingen?

‘Het is niet zo dat je enkel de tonen moet kunnen zingen, je moet er ook een performance bij geven en een gevoel overdragen. Deze artiesten nadoen is onmogelijk, het gevoel dat zij erin leggen komt uit die tijd, dat moment en die sfeer. Je moet proberen het nummer waarde aan te doen, zonder te proberen het na te doen. Ik denk dat ik op dit klassieke soulalbum mijn beste zang in jaren heb laten horen.

Kies: zelf nummers schrijven of die van andere zingen?

‘Ik hou er van om nummers te schrijven en om dit aan de wereld te laten horen, maar voor dit album heb ik eerst tien jaar ervaring op moeten doen. Toen pas had ik mezelf genoeg bewezen en was ik zelfverzekerd genoeg om dit album te durfen maken. Ik wilde het heel graag en het is een bevestiging voor mezelf dat ik het kan. Je geeft je namelijk helemaal over aan het publiek als je dit soort hits gaat coveren.’

Gaat Craig David in de toekomst terug naar de UK Garage?

‘Die scène is heel erg veranderd als je het vergelijkt met tien jaar terug. Het is nu meer een combinatie van stijlen geworden. Uiteraard houd ik alle opties open, maar voor hetzelfde geld maak ik binnenkort een drum ’n bass album. Het gaat erom dat de muziek en de tekst één vormen, het genre is minder belangrijk . Dit album zie ik als een opstap, want ik vind dat je als artiest vernieuwend moet blijven. Ik ben nog altijd jong.’

Posted in De Pers, Interviews | Tagged , , | Leave a comment