Tijdens je zomervakantie een fotofestival bezoeken is geen straf. Zeker niet als dat fotofestival zich in het idyllische Franse stadje Arles bevindt. Zoals de stier op de poster verklapt is het thema van dit jaar Mexico, terwijl de nadruk van het jaarlijkse festival deze keer ligt op het gebruik van internet. Wellicht niet ieders smaak, maar dermate interessant dat het iedere fotograaf er in ieder geval wat van op kan steken.
Een stad die tweeënhalve maand volledig in het teken staat van fotografie, zo is Arles het best te beschrijven. Tijdens het Les Rencontres D’Arles Photographie is er geen eeuwenoud klooster, kerk of andere historische plek te vinden waar geen foto’s hangen. De looproute van het festival beslaat vrijwel de gehele binnenstad en dan hebben we het nog niets een gehad over het immense Parc des Ateliers, waar de grote tentoonstellingen te vinden zijn. Een stuk minder sfeervol, zo’n oude treinremise, maar daar bevindt zich dan ook het vernieuwende gedeelte van het festival. Eerst maar even een bezoekje aan het centrum van de stad waar Vincent van Gogh drie jaar van zijn leven doorbracht.
In Arles heb je een aantal keuzes hoe je de tentoonstellingen wilt bekijken. Je kan natuurlijk een keus maken en overal los voor betalen, maar dan wordt het wel een puzzelwerk. Veel beter is het aanschaffen van een dagkaart. Je kan ook kiezen voor een weekkaart, maar het gros van de bezoekers – het grote publiek – zal aan één dag genoeg hebben om zowel de hoogtepunten als een aantal kleinere tentoonstellingen op een relaxte manier te bekijken. Alleen de echte specialisten zullen blijven hangen en alles uit willen pluizen. Terecht: het door Unesco tot werelderfgoed benoemde Arles is sowieso een aantrekkelijke stad en het perfecte decor voor een dergelijk festival, dus wat langer blijven hangen is volkomen begrijpelijk.
Binnen het thema Mexico vallen negen tentoonstelling, plus eentje van de buitencategorie die later aan bod komt. Zo hangen in het klooster van Saint Trophime – een schitterende locatie – tien beelden waarmee de Mexicaanse fotograaf Fernando Montiel Klint religieuze boodschappen uitbeeldt. Hij gebruikt hiervoor overdreven veel kunstlicht, waardoor de in scene gezette beelden hun connectie met religie bijna verliezen. Een wereld van verschil met de tentoonstelling ‘101 Tragedies’ van de eveneens Mexicaanse Enrique Metinides. Van zijn hand komen enkel keiharde, rauwe beelden van ongelukken, misdaden, zelfmoorden en ander onheil. Niet voor de zwakke maag, maar uiterst bewonderenswaardig. Als er iemand op het juiste moment op de juiste plek was gedurende zijn dertig jaar durende loopbaan, dan was het deze man wel. Misère vastgelegd in gruwelijke beelden, voorzien van gortdroog commentaar van de maker.
Wederom een andere kant van fotografie in Mexico wordt belicht in het Espace van Gogh. Daar draait alles om de revolutie die aan het begin van de twintigste eeuw in het land plaatsvond. Aan de hand van verschillende fotografen – waaronder veel oud, maar ongedateerd werk – wordt een volledige geschiedenis van deze wereldschokkende revolutie gevormd. Ondanks de leeftijd van de foto’s zijn deze prachtig scherp en missen ze geen enkel detail. Als eerste in zijn soort vormt de tentoonstelling een iconisch overzicht van een van de belangrijkste periodes uit de Mexicaanse geschiedenis. Wat ons direct brengt op de ‘Mexico-tentoonstelling’ van de buitencategorie, te vinden in het prachtige Musee Départemental de L ‘Arles Antique, net buiten het centrum: Robert Capa’s Mexican Suitcase.
De ‘verloren’ koffers van één van de grootste namen uit de fotografie vormen een erg indrukwekkende voorstelling en een klassiek overzicht van een oorlog (de Mexicaanse burgeroorlog) die door geen ander zo goed in beeld is gebracht. Wederom iconische beelden, waarvan het een wonder dat ze zolang verborgen zijn gebleven. Het is daarnaast moeilijk voor te stellen dat al dit werk uit slechts twee koffers komt. Naast uitvergrote contactsheets bevat de tentoonstelling ook veel beelden van het prachtige ‘stelletje’ Capa en Gerda Taro en mooie portretten van een hun partner Chim (David Seymour). De tentoonstelling biedt een goede afwisseling tussen de contactsheets en vergrote afbeeldingen, zodat er een mooi contrast ontstaat. Dat het een van de meest populaire tentoonstelling is lijkt niet verwonderlijk: het is de eerste keer – na New York – dat de exhibitie in Europa te zien is.
Van de ene uithoek van de stad is het zowaar het meest logische de andere uithoek te bezoeken: het Parc des Ateliers. Deze biedt namelijk plaats aan een andere hoofdtentoonstelling: het spraakmakende From Here On. In een grote ruimte, industriële ruimte zijn daar veel experimentele fotografieprojecten samengevoegd, allemaal samengesteld uit beelden van het internet. Of het nog fotografie is als je op zoek gaat naar mannelijk geslachtsdelen en deze verzamelt, of Google’s Streetview afspeurt op zoek naar straatprostituees is de vraag, maar het zal iedere fotograaf in ieder geval aan het denken zetten. Het is een manifest, ondertekend door de vijf curatoren van het festival en ondersteunt door maarliefst 36 verschillende fotografen (waaronder een groot aantal Nederlanders). Ondanks het Mexicaanse thema is het toch de gedachte aan deze ‘geplukte’ beelden die het meest bijblijft. Vernieuwing vormt, zeker gezien het formaat, de boventoon in Arles dit jaar, waarbij internet een immens grote rol speelt.
Dezelfde kentering is te zien in de aangrenzende Grande Halle, waar de winnaars van de Point of View 2011 Discovery Award hangen. Onder het opkomende talent zitten zoals ieder jaar zowel uitblinkers als tegenvallers, met het werk van de Zwiters-Kameroense duo Jean-Luc Cramatte en Jacob Nzudie met ‘Supermarket’ als uitblinker aan de ene kant en de Amerikaanse Penelope Umbrico aan de andere kant. Originaliteit tegenover banaliteit, waarbij voor de laatste het internet wederom als grote inspiratiebron diende. Het talent van dit jaar is eveneens erg breed en experimenteel bezig geweest, met een breed scala aan interessante onderwerpen. Is de uitwerking van een reis langs de Amerikaanse westkust van de Amerikaan David Horvitz daarin zeer geslaagd, de Italiaan Domingo Milella slaat met zijn antropologische kijk op landschappen de plank mis.
Wat je aan het eind van zo’n goed gevulde dag nog gemist heb? Een indrukwekkend retrospectief van het werk van de 90-jarige Franse fotograaf Chris Marker bijvoorbeeld, waarin te zien is waarom Parijs zijn grote inspiratiebron vormt. Maar in het Église des Trinitaires mag ook ‘The History of Monuments’ van de Chinese Wang Qingsong niet gemist worden. Al was het alleen al vanwege het feit dat het een foto van 42 meter in lengte betreft waarvoor tweehonderd mensen twee weken model gestaan hebben. Modelfotografie 2.0.
Ook mag de aandacht die dit jaar uitgaat naar het New York Times Magazine niet vergeten worden. Op het festival wordt een mooi overzicht gegeven van de aandacht die het tijdschrift door de jaren heen aan fotografie heeft besteedt aan de hand van pagina’s uit het tijdschrift. Ook Erwin Olaf’s ‘Young Gay Rites’ maakt onderdeel uit van de serie. Naast de vele verschillende onderwerpen die zij hebben belicht wordt er ook uitleg gegeven over hun werkwijze (waaronder tijdens 9/11) en de keuzes die zij dag in dag uit moeten maken. Werken in de fotografie blijkt na het zien van de tentoonstelling(en) toch een stuk lastiger dan in eerste instantie gedacht.