Het was een drukke festivaldag, afgelopen zondag in Amsterdam. Voor danceliefhebbers op het Magneetlab Festival, voor hiphopliefhebbers op Appelsap en zowaar ook voor reggaeliefhebbers: op het Amsterdam Reggae Festival. Op hetzelfde NDSM-terrein waar de dag ervoor het Amsterdam Hiphop Festival plaats had, waren nu enkel relaxte, zwoele en opzwepende reggaebeats te horen.
Na een aantal binnenedities, stond afgelopen zondag het Amsterdam Reggae Festival eindelijk weer eens buiten gepland. Uiteraard altijd een risico met het Nederlandse weer, maar in de zomer zou de hoofdstad toch minstens één ‘outdoor’ reggaefestival moeten hebben. Niet in het Westerpark – zoals een aantal jaar geleden – maar op het industriële NDSM-terrein. Hoewel een grasveld met een waterpartij toch meer in de sfeer past, gaf het onlogisch ingedeelde scheepsbouwterrein de bezoekers toch de juiste vibe mee. Politiek- en sociaalkritische teksten slaan prima aan tussen de verweerde kranen en loodsen. Het bleef droog, maar het wolkendek (waar pas later op de avond wat laatste zonnestralen doorheen kwamen) droeg daarnaast prima bij aan de soms zware toon van de artiesten.
Die zware toon was echter niet aanwezig op het Roots-stage, een klein buitenpodium bij de ‘rasta-markt’. Onder het winkelen of chillen op de basaltblokken kon de hele dag genoten worden van de Rub-A-Dub Club en Skank Around, die later op de dag het stokje overnamen. Het waren niet de namen waar het publiek voor gekomen was, namen die eigenlijk ook niet op het Jamrock-stage te vinden waren. Op het zwoele, haast romantische optreden van Romain Virgo en de meeslepende Lutan Fyah na was het gros van de aanwezigen daar toevallig. Tussen de grote acts op het hoofdpodium na of gewoon ter afwisseling klonken in de Jamrock-tent voornamelijk de tonen van onbekendere Jamaicanen. En die van stadsgenoot en Grote Prijs-winnaar Kalibwoy, die met zijn opzwepende dancehall de zaal goed wist los te schudden.
De meeste aandacht gingen, zoals te verwachten, uit naar het hoofdpodium, waar vroeg in de middag de legendarische Skatalites de eerste bezoekers vermaakte met een puike ska-set. Hun mix van reggae en ska voelde bekend als vader en zoon, zoals de twee genres ook wel bekend staan. Het wachten was vervolgens op onze Nederlandse reggaetrots: Ziggi Recado. Z’n show bestond grotendeels uit nummers van zijn gelijknamige album, maar ook zijn hits van vorige albums is Ziggi niet vergeten. Of hij nu in Melkweg staat of op een festival, zijn show knalt altijd. Gegarandeerd.
Was Ziggi vier jaar geleden het voorprogramma voor de Duitse reggaeartiest Gentleman, nu krijgt de inmiddels volledig gevulde helling eerst nog de oude mannen van Third World en Midnite te zien. Hoewel het geen ’96 degrees in the shade’ was, sloegen alle oude hits van de Jamaiciaanse band aan. Zowel het jonge als het oude publiek, dat overigens zeer gemêleerd was, kon de nummers meezingen. Uit volle borst.
Naast Gentleman zou het publiek toch grotendeels voor de andere topact van de avond zijn gekomen, zij het dat door een programmawijziging deze pas als laatste (in plaats van Gentleman) op het podium verscheen. Wellicht te laat voor sommigen, anderen zullen gewoon genoeg gehad hebben. Feit is dat de helling voor het hoofdpodium wederom half leeg was toen Junior Kelly zijn opwachting maakte. Als één van de ‘Five disciples of Jah’ staan zijn teksten bol van religieuze verwijzingen, maar de ernstige toon van de Jamaicaan raakt zelfs de meest ongelovige. Eeuwig kritisch weet Junior Kelly zijn set te combineren met zoetgevooisde liefdesliedjes de dames makkelijk mee te krijgen.
Een prachtige afsluiter van een geslaagd festival, dat onder geen beding ooit weer naar binnen mag verhuizen.