Vraag een willekeurige winnares van een missverkiezing naar haar droom en het antwoord is steevast ‘wereldvrede’. Hoewel wij – weldenkende mensen – het arme meisje als dom en naïef bestempelen, zouden wij maar wat graag allemaal in haar utopie geloven. Wereldvrede: geen oorlog, geen onschuldige slachtoffers en bovenal veel meer liefde voor elkander, wie wil dat nu niet? Zij het dat naast het feit dat dit volkomen onhaalbaar is, deze utopie ook nog eens volkomen onbedachte gevolgen teweeg kan brengen. In een utopische wereldvisie kunnen zeker haalbare doelen gesteld worden, op zowel politiek, economische als sociaal vlak, maar niemand staat stil bij de eventuele gevolgen. Levensgevaarlijk, zo’n utopie.
Een ideale samenleving waarbij iedereen elkaar vrij laat, maar wel oplet en voor zijn medeburgers klaarstaat. Iedereen werkt hard, heeft geen overmatige begeerte en heeft alles wat ze nodig hebben in de vorm van liefde en enkel de noodzakelijke levensbehoefte. Er is geen onderscheid meer en racisme of antisemitisme is verleden tijd. Geweld is overbodig geworden, we vormen met zijn allen immers één groot rijk, zonder grenzen. Onmisbaar bij deze utopische samenleving is uiteraard klassenloosheid. De maatschappijvorming die echter door Karl Marx in Das Kapital uiteengezet werd, mondde uit in communistische staatsvormen met dictatoren, iets wat ook niet bepaald als utopie bestempeld kan worden. Klassenloosheid is in een kapitalistische wereld evenmin haalbaar, dus blijft – naast complete anarchie – alleen de optie voor een puur socialistische staat over. We moeten echter onderkennen dat de kernwaarde van zo’n staatsvorm – gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit – mooi klinken, maar in de praktijk door weinigen actief beleefd wordt. Een staatsvorm verzinnen voor onze utopische wereldvisie brengt, zo is in de historie gebleken, met name spanningen en strijd met zich mee. Wellicht kunnen we op dat vlak beter iedereen nog even voor zichzelf laten bepalen.
Maar oorlogen uitbannen, dat moet toch wel mogelijk zijn? Als iedereen het met elkaar eens is en ongelijkheid, geloof of meningsverschillen niet meer zullen leiden tot geweldsuitbarstingen, dan kunnen we toch alle wapens gewoon weggooien? Dat brengt ons natuurlijk tot het punt dat we ervan uit moeten gaan dat de mens van nature niet goed, maar slecht is, en er dus maar één iemand nodig is die zijn wapens niet weglegt en de macht opeist. De wereldbevolking kan beter één leider als machtigste aanwijzen en die persoon met alle wapens van de wereld de orde laten bewaren over al deze machteloze pionnen. Opstand gegarandeerd, naast de vraag wie dan wel die leiderschap op zich zou moeten nemen. Wellicht kunnen we op dat vlak ook beter iedereen nog even voor zichzelf laten bepalen.
We kunnen op zijn minst proberen in een utopische wereldvisie de aarde te sparen. Minder gebruik van de planeet en meer gebruik van zon –en windenergie; groen. Maar op het ecologische vlak komen de problemen van onze huidige maatschappij direct om de hoek kijken. We kunnen niet zonder het gebruik van edelmetalen en zeldzame aarde wordt tegenwoordig meer dan ooit gebruikt om ons aller iPods, smartphones en hippe mini-laptops te laten draaien. Weinig kans dat daar in de toekomst verandering in zal komen, tenzij we straks onze auto’s niet alleen kunnen laten rijden op waterstof, maar ze er ook van kunnen fabriceren. Onze planeet lijkt alleen maar meer achteruit te gaan, zeker als de wereldleiders het niet met elkaar eens worden. Verdragen en bijeenkomsten te over om een halt aan het misbruik van onze fossiele brandstoffen toe te roepen, maar een samenwerking tussen zoveel verschillende landen is een utopie op zich. Het effect lijkt averechts, want – net als vroeger op de basisschool – lijkt iedereen te denken ‘als zij het doen, doen wij het ook’. De een zijn vooruitgang, is de ander zijn achteruitgang. Wellicht kunnen we op dat vlak ook maar beter iedereen nog even voor zichzelf laten bepalen.
Op zowel sociaal, economisch, politiek als ecologisch vlak lijkt een samenwerking, een compromis of enkel een beetje compassie al een utopie. Niet alleen de inwoners van ons eigen koude kikkerlandje worden individueler, de hele wereldbevolking is steeds meer in zichzelf gekeerd. Iedere utopische oplossing van de grote problemen van deze wereld, lijkt meer problemen met zich mee te brengen. Hoe mooi is het om te dromen van een utopie, om net niet diep genoeg in dromenland te zijn om te beseffen dat het echt een utopie is. De nadelen van deze perfecties lijken er wellicht met de haren bijgesleept, maar maken de utopie wel tot datgene wat het daadwerkelijk is: een droom. Een levensgevaarlijke droom, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Laten we wereldvrede maar overlaten aan de winnares van de missverkiezing.
Gepubliceerd in Sociologisch Mokum, maart 2010