Author Archives: jrdijkstra

Ziggi Recado is wie hij moet zijn

Z´n derde album, vernoemd naar zichzelf. Ziggi Recado heeft een ander, gevarieerder geluid gevonden en dat bevalt hem wel. Onlangs presenteerde hij in een goed gevulde Melkweg zijn nieuwe album: Ziggi Recado. Een prima cd voor thuis, maar live laat Ziggi zien wederom het grote reggaetalent van Nederland te zijn. 3VOOR12/Amsterdam sprak na afloop met hem over zijn nieuwste kindje.

Vijf jaar na je succesvolle debuut So Much Reasons breng je nu je derde album Ziggi Recado uit, vernoemd naar jezelf. Tussendoor kwam In Transit, tourde je met Gentleman en veranderde je naam. Wat heeft dit allemaal betekent voor het geluid van Ziggi Recado?

“Ten tijde van So Much Reasons begon ik net met muziek, had een beetje succes en werd er met name op de reggaenummers heel positief gereageerd. Ook internationaal werd ik enthousiast ontvangen en zo werd ik volledig in de reggaewereld getrokken. Na twee jaar touren ging ik bij mezelf te rade, en hoewel ik de reggae-scene heel cool vind, hou ik van zoveel meer. Ik leerde natuurlijk ook de industrie beter kennen en bedacht toen een mix te maken; zo kan ik onderscheidend zijn en m’n hoofd boven het maaiveld uitsteken. Daarom heeft dit nieuwe album zoveel verschillende invloeden, van hiphop via dancehall en reggae tot jazz. Het is zowel een persoonlijke als een muzikale ommezwaai geworden.”

Maar échte reggae-fans hoeven niet betreurd te zijn: Ziggi heeft ook nog gewoon vastgehouden aan zijn oude roots en brengt op Ziggi Recado nog genoeg échte reggae-nummers.

De eerste single is Get Out – een up-tempo  nummer over relatieproblemen – en je album zit vol gevoelige, diepgaande nummers. Wil je daar een (persoonlijk) verhaal mee vertellen of zijn het zaken die je gewoon bezighouden?

“Het album is sowieso meer ‘mij’ geworden, persoonlijker. Bij Get Out – het meest up-tempo nummer van het album – wilde ik een serieus onderwerp bespreken zonder zwaar over te komen en mensen te bedroeft te maken. Ik heb het nummer eigenlijk gebruikt om te laten zien hoe verschillend ik kan zijn; een diepe tekst op een vrolijk nummer. Het is het commercieel meest aantrekkelijke nummer van het album, maar tegelijkertijd ook tekenend.”

Je speelt op je nieuwe album met verschillende invloeden die we eerder nog niet hoorde op een Ziggi-album. Zo ga je van een soulvolle reggae track als Real Talk naar een door dancehall beïnvloede New Day. Hoe heb je toch één lijn op het album weten te volgen?

“De lijn in het album is gebleven omdat ik deze in anderhalve maand heb opgenomen. Ik probeerde juist om veel verschillende stijlen te combineren en dat op een zo natuurlijk mogelijke manier te doen. Dat is gelukt omdat ik iedere dag aan het opnemen was en in één vibe zat. Andere albums bestonden uit nummers die makkelijk een jaar oud waren, gecombineerd met tracks die ik de dag ervoor had geschreven. Een groot verschil. Misschien voor de luisteraar niet, maar ik kon daar overduidelijk een verschil in ontwikkeling in horen.”

Het aantal artiesten, producers en aanverwanten waarmee je samen heb gewerkt op Ziggi Recado is divers. Hoe was het om al die verschillende invloeden te mixen?

“Eveneens heel goed. Zij vulden mij precies aan op de plekken waar dat nodig was en waar ik wat miste. Er zitten ook een aantal buitenlandse producers tussen, zoals K-Salaam & Beatnick uit Amerika, Curtis Lynch uit Engeland en Special Delivery uit Frankrijk. Samen met Soul Searchin’ maken zij dat Ziggi Recado echt iets speciaals geeft.”

Posted in 3voor12, Amsterdam | Leave a comment

Mariken Wessels

Over het algemeen vul je een fotoboek met je eigen foto’s. Logisch, maar niet voor Mariken Wessels. Zij maakt fotoboeken van andermans plaatjes; bewerkt vertelt ze er haar eigen verhaal mee. En wint ze ook nog eens prijzen.

Voor Mariken Wessels zijn er geen grenzen wanneer ze aan een fotobewerking begint. Het origineel vormt voor haar slechts een uitgangspunt, als een titel zonder tekst. Wat voor invulling ze gaat geven aan de foto heeft ze slechts in grote lijnen uitgedacht; binnen een stramien werken houdt het enigszins overzichtelijk. Geen beperkingen: ‘Ik wil mijn eigen verhaal ermee vertellen, dus manipulatie is in iedere vorm toegestaan. Alles van de foto wat ik nodig heb om mijn verhaal kwijt te kunnen gebruik ik, al het andere mag weg. De oorsprong van het persoonlijke verhaal ligt in de foto, maar meer dan dat is het niet.’

Het moge duidelijk zijn, aan alleen Photoshop heeft de aan de Gerrit Rietveld Academie-afgestudeerde Mariken lang niet genoeg. Ouderwets knip-en-plakwerk komt eraan te pas, maar daarmee is de klus allesbehalve geklaard. Zo’n klus – met als eindresultaat een boek – begint met het op straat vinden van foto’s, of ze aangereikt krijgen van iemand. ‘Mensen gooien hun leven, in de vorm van foto’s, vaak gewoon op straat. Ik vraag me wel eens af wat ze daar nu eigenlijk mee willen bereiken. Het verleden achter zich laten? Een nieuwe start maken? Ik begrijp dat niet dat iemand z’n leven zo kan weg kan ‘vergooien’, maar doe er mijn voordeel mee.’

Mariken is daarom van mening dat ze zelf geen foto’s hoeft te maken om een verhaal te vertellen. Er zijn immers zoveel foto’s op de wereld die ze gewoon van de straat kan rapen, kan kopen op een rommelmarkt of haar cadeau worden gedaan. ‘Doe er maar wat mee’, zeggen ze als ze hun levensgeschiedenis achteloos aan mij geven. Dat grijpt mij wel aan en wil dan ook echt wat met dat materiaal doen. Er wat van maken. Op een Big Brother-achtige manier is dat heel intiem.’ Toch neemt Mariken altijd voldoende afstand en dienen de foto’s enkel als concept. Ze vertelt haar verhaal, niet dat van diegene op de foto. ‘Door dingen toe te voegen en weg te halen, verschuift het persoonlijke naar mijn kant’, legt Mariken uit.

Het eerste product dat Mariken op deze manier uitbracht was het fotoboek ‘Elisabeth – I want to eat’. De foto’s van deze onbekende jonge vrouw vond ze in een winkeltje in de Amsterdamse Hendrik Jacobzstraat, samen met een aantal kaarten en brieven. Twee jaar geleden bekroond met een Silver Medal Book Award op het Fotofestival di Roma en opgenomen in de collectie van het MoMa in New York publiceerde Mariken het boek oorspronkelijk zelf. ‘Maar na al die promotie was de kleine oplage van honderdvijftig stuks snel uitverkocht. Vorig jaar heeft Alauda Publications het boek daarom in grotere oplage laten herdrukken, voor mij de eerste keer dat een zelfgemaakt boek zo populair is.’

Niet verwonderlijk dat zij vorig jaar het daaropvolgende boek ‘Queen Ann. P.S. Belly cut off’ uitbracht en deze wederom in de prijzen viel. Zo staat deze bij onder andere LeMonde, Joerg Colberg, Photo-eye en Cadoc in de lijst van beste fotoboeken van afgelopen jaar. Waarom haar werkwijze zo goed ontvangen wordt, is Mariken onduidelijk. Haar kracht om foto’s zo te manipuleren dat deze een eigen verhaal vertellen, haalt ze naar eigen zeggen ‘wellicht’ uit haar ‘toneelachtergrond’. ‘Maar dat kan je beter door anderen laten beoordelen, ben ik van mening.’

Ondanks dat Mariken fotoboeken maakt waarin het merendeel bestaat uit andermans beelden, meent zij toch dat het haar eigen werk is. Zo fotografeert ze zelf ook, herfotografeert ze de oude foto’s en ligt ze eruit wat interessant is voor haar verhaal. ‘Ik bedenk een personage, een verhaal en de wereld waarin het speelt. De oorspronkelijke persoon op de foto wordt niet realistische weergegeven; ik kende deze immers niet eens.’ Overeenkomsten zijn volgens Mariken dan ook toevallig; ze maakt geen documentaire.

Het laten herleven van iemands herrinneringen tekent daarnaast de levensloop en zijn vergankelijkheid. Mariken heeft dan ook niet het gevoel dat ze hierin inbreekt. ‘Ik blijf objectief en gebruik het personage enkel als leidraad. Geen moment wil ik me op het terrein van research bevinden, want dat doe ik juist niet. Ik koppel er geen individu aan en verzin juist al het ontbrekende.’ Dat hier soms ook zelfgemaakte foto’s tussen zitten, heeft ze nog nooit eerder vertelt, maar het valt dan ook niet op in haar fotoboeken. ‘De beelden vormen een stroom, in zijn geheel.’

Zo zijn de foto’s in ‘Queen Ann. P.S. Belly cut off’ – van een bestaande vrouw van middelbare leeftijd – door de kunstenares zo gemanipuleerd dat het een waar curiosakabinet wordt. Het authentieke materiaal vormt een rare mix met nieuw geschoten foto’s. De collage werkt misleidend, want wat is er nu ‘echt’? ‘Het boek heeft in ieder geval niets te maken met de persoon van wie de foto’s oorspronkelijk zijn. Het is een verhaal dat had kunnen zijn. Mijn specialiteit is het bedenken en uitdiepen van de personages.’

Ondanks dat Mariken bij de bewerkingen zichzelf geen beperkingen oplegt, werkt zij wel vanuit een duidelijk kader. ‘Ik maak geen uitstapjes’, benadrukt ze. ‘Het onderwerp moet goed afgebakend worden, anders ga je al snel veel te breed. Een bepaald tijdsbestek of stramien is nodig; binnen deze afbakeningen verwerk ik dan diverse lagen.’ Vervolgens arrangeert ze het materiaal met grote precisie. Constant overwegend wat ze nu eigenlijk wil vertellen. Iedere foto krijgt zo een eigen verhaal. ‘Ik kan geen percentage geven over hoeveel daadwerkelijk van mezelf is en wat origineel is gebleven, maar op iedere pagina is er in ieder geval door mij ingegrepen. Dat is zeker.’

Mariken Wessels noemt zichzelf geen fotografe; daarvoor fotografeert ze te weinig. ‘Een kunstenares, in de breedste zin van het woord’, zo beschrijft ze zichzelf het liefst. ‘Fotoboeken worden namelijk op deze manier ook kunstobjecten. Hoewel fotografie een duidelijk aanwezige factor is, wil ik geen stempel drukken op mijn werk.’ Het succes heeft er in ieder geval voor gezorgd dat er alweer een nieuw boek op komst is. Mariken kan en wil nog geen tipje van de sluier oplichten, maar belooft eenzelfde werkwijze. ‘Het kan echter nog altijd een heel ander boek worden’, besluit ze grinnikend.

 

 

Foto’s © Mariken Wessels

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Staff Benda Bilili brengt Congo naar Den Haag

Als de artiesten in een rolstoel zitten, maar toch swingen, wat mag je dan van het publiek – dat wel gewoon op twee benen staat – verwachten? Juist, dat ze nog harder dansen, mee juichen en losgaan. De leeftijd van het publiek was er afgelopen vrijdagavond niet naar in Paard, maar dat weerhoudt de Congolezen van Staff Benda Bilili er niet van een Afrikaans feestje te bouwen.

De drie touringcars voor de deur van Paard zijn zowaar een keer niet van de artiest zelf. Deze behoren toe aan de groep (semi-)bejaarden die binnen hun opwachting maakt. Een schril contrast met de in grote getale toegestroomde Afrikanen die hetzelfde concert die zondag in de Melkweg te Amsterdam zullen bezoeken. Maar wat zou het; de Congolese heren van Staff Benda Bilili komen niet naar Nederland om onderscheidt te maken, maar om ons kennis te laten maken met de sfeer op straat in Kinshasa.

Voor iedereen die de onmisbare documentaire Benda Bilili! over de gehandicapte Congolezen heeft gemist, een korte uitleg. Staff Benda Bilili is de band van Ricky Lickabu en Coco Ngambali, die zij samen met andere polioslachtoffers hebben opgericht omdat andere bands in de Congolese hoofdstad Kinshasa niet met de gehandicapten wilden samenwerken. Hun oefenruimte is een verwaarloosde dierentuin, waar zij al snel hun mix van rumba, old-school R&B en reggae in een Afrikaans jasje creëerden. Van de vier mannen in hun spectaculair gemodificeerde rolstoelen speelt slechts één een instrument (gitaar), de band bestaat verder uit straatkinderen of oud-kindsoldaten, waaronder Roger Landu. Hij is de smaakmakende, twintigjarige solist die een zelfgemaakt gitaarachtig instrumentje bespeelt, gemaakt van een blikje.

En die groep stond vrijdagavond op het podium in het Paard, te spelen voor een goed gevulde zaal vol blanke pensionado’s. Maar een minder feest was het daarom niet. Ook diegene die de Franse taal niet machtig waren, genoten met volle teugen; moeilijk stilstaan als de band in hun rolstoelen steeds harder gaan swingen. De heren wonnen niet voor niets de Artist Award op de World Music Expo twee jaar geleden. Hun Afrikaanse mix van verschillende stijlen is zowel opzwepend als meeslepend en geeft je als luisteraar automatisch een goed gevoel. Wie kan er nu geen sympathie opbrengen voor mannen die zoveel geleden hebben, maar hier doodleuk met een glimlach het podium op komen rijden en er pas anderhalf uur later weer vanaf gaan?

Gedurende hun show speelde ze voornamelijk nummers van hun debuutalbum ‘Très Très Fort’ (Heel Heel Sterk), die op zichzelf een goed beeld geven van de situatie waarin de heren verkeren. Teksten over leven op straat, hun ziekte en de situatie in één van de meest verscheurde landen in Afrika grijpen je – ook als je de tekst niet verstaat. Opzwepende nummers over de liefde en geluk in het leven laten je daarentegen weer opspringen en meedeinen. Ook de stijve vijftigplussers die met volle teugen genieten. We mogen de Belgische producent Vincent Kenis op onze blote knieën dankbaar zijn voor het ontdekken van deze weergaloze band. Het beeld van Congo is nog nooit zo rooskleurig geweest als na een avondje Staff Benda Bilili.

Posted in 3voor12, Den Haag | Leave a comment

Martijn Oorthuis

Dankzij Martijn Oorthuis doet Nederland ook mee in de gigapixelpanorama-wedloop. Niet echt, want Rio de Janeiro en Sevilla zijn al met veel meer pixels vastgelegd, maar de 6,2-gigapixel tellende panorama van Rotterdam is wel de grootste van Nederland.

Het is alweer een jaar geleden dat de 26-gigapixelpanorama van Parijs online kwam. In de tussentijd is deze ruimschoots overschaduwd door een 111-gigapixel versie van Sevilla en zelfs een 150-gigapixelpanorama van Rio de Janeiro. Toch was het de panorama van Parijs die de Rotterdam Martijn Oorthuis motiveerde om er een van zijn woonplaats te maken. ‘Ik raakte gefascineerd door gigapixelfotografie’, geeft Martijn toe. ‘Destijds liet mijn apparatuur het echter niet toe om de foto te maken, laat staan aan elkaar te plakken.’ Begin dit jaar was hij er wel klaar voor en koos voor een stad die hij zelf prachtig vind en die beschikt over een mooie skyline: Rotterdam.

Er gingen nogal wat voorbereidingen aan vooraf, voordat hij echt aan de slag kon. Naast een camera met veel megapixels – Martijn koos voor de Nikon D7000 – is het ook belangrijk op de cropfactor te letten. ‘Daarom koos ik de D7000 boven mijn professionele D700. Zo kun je met zo min mogelijk foto’s een zo groot mogelijk panorama maken.’ Uiteraard gebruikte Martijn daarbij een telelens (300mm), onmisbaar, een stevig statief en een speciale panoramakop. ‘Hiermee kon ik precies om de 2,5-graden een foto maken. De vraag is dan natuurlijk alleen nog: waar ga ik staan voor het beste panorama?

In Rotterdam is er natuurlijk maar een locatie van waar je een goede panorama kan maken: de Euromast. Laat Martijn daar nu net een abonnement voor hebben en iedere dag vrij naar boven kunnen. ‘Ik moest alleen rekening houden met het weer’, vertelt de fotograaf. ‘De dag dat ik de foto maakte was het bijzonder helder; als je goed inzoomt zie je zelfs Utrecht liggen. Verder zijn er nergens mensen herkenbaar in beeld en zijn kentekens niet leesbaar, dus daar hoefde ik geen nabewerking op los te laten.’ Het maken van de panorama heeft Martijn maar anderhalf uur op de Euromast gekost. Het produceren van de daadwerkelijke foto zo’n vijftig uur; de rest van de tijd ging zitten in het aan elkaar plakken (22 uur), bewerken en toegankelijk maken voor internet.

Uiteindelijk heeft Martijn een veertig gigabyte grote gigapixelpanorama van ‘slechts’ 6,2-gigapixel geproduceerd; een schril contrast met zijn 111 of zelfs 150-gigapixel tellende tegenhangers. Toch ziet de fotograaf ze niet als concurrentie, maar meer als motivering om zelf ook grotere panorama’s te maken. ‘De 111-gigapixelpanorama van Sevilla is – net als die van Parijs – erg mooi qua kleur en helderheid. De 150-gigapixel variant van Rio de Janeiro daarentegen vind ik wat minder vanwege het tegenlicht en de hoeveelheid luchtvervuiling.’ Natuurlijk hoopt Martijn op een dag een concurrerende panorama te schieten, maar dat vergt veel planning en tijd om te verwezenlijken. ‘Maar ik wil de lat natuurlijk steeds hoger leggen.’

Martijn heeft echter niet direct een volgende stap in zijn hoofd. Er zijn nog diverse andere dingen die hij wil uitproberen, zoals een 360-graden panorama vanaf de Euromast die de plaat van Parijs evenaart of zelfs overschrijdt. ‘Maar ook diverse andere steden in Nederland en het buitenland zijn mogelijk. Wellicht kruist er wel iets anders leuks mijn pad. Voorlopig maar eerst eens genieten van deze gigapixelpanorama van Rotterdam.’

Denk je nou ‘dat klinkt makkelijk’, dan heb je het mis. Volgens Martijn kon niet iedereen zomaar een gigapixelfoto maken, laat staan een panorama. Zo moet je wel wat iets weten van panoramafotografie en wat voor apparatuur je daarvoor nodig heb. ‘Wat doet een panoramakop bijvoorbeeld precies? Wat voegt deze toe aan een normale statiefkop? Veel mensen denken dat als ik de foto’s eenmaal gemaakt heb, de pc verder al het werk doet. Dat is maar half waar.’ Zo heeft Martijn gebruik gemaakt van het programma PTGUI, maar gaf deze ook een aantal foutmeldingen. ´Vanwege te weinig controlepunten kan het programma zo´n vijftien foto´s niet goed aan elkaar naaien en dan moet je dat dus handmatig corrigeren.´

Vervolgens heeft hij vier testversies uit laten voeren, waarna hij een ruwe versie had. ´Deze heb ik vervolgens weer in Photoshop bewerkt; het openen van de foto alleen duurde al een uur en om het contrast te verhogen had de pc vervolgens nog een uur nodig.’ Een tergend langzame en tijdrovende klus dus en dan hebben we het nog niet eens over de extensie gehad. ‘JPG kan alleen maar voor een bestand van maximaal 30.000 pixels breed, TIF kan maar bestanden tot 4GB aan en daarmee bleef alleen PSB over. Opzich geen probleem, maar er is geen enkel programma dat een leesbaar bestand hiervan kan maken voor het internet.’ Met behulp van een aantal mede-forumleden op DutchPhotoZone kwam hij uiteindelijk bij hdview uit, waarmee hij als plugin voor Photoshop toch een webpagina van de panorama kon maken. ‘Het vergt dus wel degelijk iets meer werk dan alleen maar het inladen van de foto’s in je pc en wachten tot deze klaar is’, besluit Martijn.

 

Foto’s © Martijn Oorthuis

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Berlin Underground allang niet meer ondergrond

Iets in de naam Berlin Underground doet vermoeden dat je dj’s en bijbehorende beats, basloopjes en climaxen mag verwachten die teruggaan naar langvervlogen tijden van de oude Tresor en Berghain. Was dit een jaar geleden misschien nog het geval, organisator Vrijbuiters gooide het afgelopen zaterdag over een andere boeg.
De namen hadden ze nog – enigszins – maar de invulling was toch echt niet meer ondergronds te noemen.

Naar gebruikelijk vond er afgelopen zaterdag weer een Vrijbuiters go Berlin Underground plaats in Studio-K. Een vast recept op bijvoorbeeld ADE, maar daarbuiten ook uitgegroeid tot een populair indoor festival. Maar waar eerdere edities met name populair waren onder liefhebbers van de harde Berlijnse stijl die in de vorige eeuw is ontwikkeld, was het gros van de bezoekers nu van het kaliber ‘zien en gezien worden’. Het is de muziek niet te goede gekomen.

Namen stonden er wel weer op deze laatste editie van Berlin Underground. Draaide in de ‘kleine zaal’ achtereenvolgens Reiss, Shed, Freddy Spool en ten slotte Sandrien, in de grote zaal was ruimte gemaakt voor onder andere Pep, Marco Fürstenberg, Roman Lindau en Jan Kreuger. Allen was een set van twee tot drie uur gegund, zodat ze ook allemaal de kans kregen een goed opgebouwde set neer te zetten. De afsluiters daargelaten kwam daar veelal weinig van terecht. Shed deed zijn naam eer aan door er werkelijk een rotzooitje van te maken met een mix tussen techno, dubtechno en alles wat tussen techno en dubstep in zit.

De scheidslijn met het aan immer aan populariteit winnende dubstep was dan ook vaag zaterdagnacht. Nooit geweten dat ook dit genre is geëvolueerd in de krachten van de Berlijnse technotempels. In combinatie met de nodige house-invloeden is de charme en kracht van Berlin Underground weggevaagd; snoeiharde techno zoals het door onze oosterburen bedoeld was. Freddy Spool en Reiss zette beide een aardige techhouse set neer met herkenbare invloeden, maar maakten het over het algemeen –  net als de andere –  niet al te moeilijk voor de toehoorders.

Echt moeilijk leken de jonge bezoekers van deze Berlin Underground ook niet te hebben met de ‘easy going’-beats die voorbij kwamen. Gelukkig stoorde deze ze ook niet in hun gesprek, want tot een uur of vier leek deze editie eerder een staande receptie. Weinig dansen, veel praten. Af en toe de heupen bewegen en een biertje drinken, maar verder lekker in elkaars oor schreeuwen. Nu is het wetenschappelijk bewezen dat Nederlanders het meest asociale publiek zijn tijdens concerten – wij produceren het meeste geluid als publiek ter wereld – maar ook techno dj’s hebben tegenwoordig moeite boven de hoogstwaarschijnlijk boeiende gesprekken heen te komen. Hipperdehippe en overdressed scholieren bevolkte de dansvloer, wachtend op een shooter, en een partypic, van een bekend drankmerk.

Voor de echte liefhebbers die op zondag niet in het Vondelpark hoefden te liggen draaide om zeven uur gelukkig Sandrien nog een behoorlijke set weg. In de grote zaal ging het gedurende de nacht best aardig, maar de intentie waarmee het gros van het publiek neergestreken was in Studio-K maakte dansen er niet vermakelijker op. Het tij is gekeerd bij Vrijbuiters go Berlin Undergrond en na zaterdagavond mag je het overpopulaire feest dan ook echt niet meer ondergronds noemen.

Posted in 3voor12, Amsterdam | Leave a comment

Africa Unite brengt reggae met een mediterraans sausje

Speel een nummer van Bob Marley en je weet dat je als reggaeband het publiek voor je gewonnen heb. Africa Unite besloot afgelopen vrijdag in Supermarkt dat pas aan het eind van hun show te doen. Eerder was dan ook niet nodig; met hun eigen uptempo reggae-ska hadden zij de toeschouwers al vanaf de eerste noot ingepakt.

Dat er lang niet altijd veel betaald hoeft te worden voor een leuk concert, bewijst het concept van Supermarkt. Vrijdagavond kan je voorin de kroeg lekker wat staan drinken met wat leuke muziek op de achtergrond, tot de klok tien uur slaat. Zodra een band het podium betreedt kan je bij de ingang nog altijd rustig blijven staan, maar achterin – bij het podium – wordt vanavond dat moment steevast gedanst. Afgelopen vrijdag was dat niet anders, toen Africa Unite geboekt stond. Italianen die reggae maken; ze spreken een universele taal.

Verstaanbaar waren de heren uit Zuid-Europa namelijk nauwelijks. Wellicht wel voor de in grote getale aanwezige buitenlandse aanhoorders, maar voor de gemiddelde Nederlander zal het vloeiende Italiaans als een grote woordenbrij klinken. Geen nadeel, allerminst. Africa Unite vergezeld hun – waarschijnlijk – diepgaande teksten vol protest, ongelijkheid en gelijkwaardigheid namelijk met heerlijk meeslepende reggaebeats. Soms heerlijk roots, maar veelal in combinatie met wat uptempo ska. Probeer dan nog maar eens stil te staan.

Dat deed het publiek in Supermarkt vrijdagavond dan ook niet. Terwijl de kleine en gedrongen zanger verdwaasd uit zijn ogen kijkt en de bassist stoïcijns voor zich uit blijft staren, produceren ze een herkenbaar reggae-geluid. Stop nog even een hyperactieve percussionist en een apart uitziende toetsenist in je band en ook de show op het podium is compleet. Het waren natuurlijk de lichaamslange dreads van de bebaarde zanger die het meest overtuigde, het plaatje is compleet.

De uit Turijn afkomstige reggaeband draait ondertussen al dertig jaar mee en heeft meer dan tien albums op zijn naam staan. Vernoemd naar het bekende nummer van Bob Marley heeft Africa Unite ook goed geluisterd naar de grootheid. Op geen enkele vergelijkbaar, maar tegelijkertijd uit hetzelfde ijzer gesmeden. In een andere tijd, op een ander continent, maar met dezelfde boodschap van liefde en samenhorigheid. Of de teksten daar ook daadwerkelijk over gingen blijft gissen, maar zolang ze de halve Supermarkt aan het dansen krijgen wordt daar ook niet over geklaagd.

Met een uurtje zat het concert van Africa Unite er weer op. Pas tijdens het toegift, dat gegeven werd zonder dat iemand daar ook maar om vroeg, dan wel schreeuwde, waagde de Italianen aan een klassieker van Bob. Ze trapte niet de te makkelijk deur in door Africa Unite te spelen, maar sleepte het publiek wel weer mee naar lang vervlogen tijden. Zolang deze mannen dit soort opzwepende concerten gratis kunnen geven in een kroeg op de Grote Markt lijkt het met reggae in de Hofstad wel goed te zitten.

Posted in 3voor12, Den Haag | Leave a comment

Kleine Viezerik is voor iedereen in Paard

In Amsterdam kwam hij het podium op in een bontjas, Den Haag moest het doen met een roze trainingspak. Eén ding was in ieder geval al vanaf het begin duidelijk; aan het eind van de avond staat Kleine Viezerik sowieso zonder shirt op het podium. Zo ook deze zaterdagavond in Paard, waar KV wederom een harde show weggaf.

Het is moeilijk te geloven dat Kleine Viezerik pas eind vorig jaar met zijn debuutalbum ‘NZIEDEBOY’ de Nederlandstalige hiphop kwam veroveren. Natuurlijk was de Amsterdammer al wel langer bezig, maar niet eerder deed hij een clubtour. Waarschijnlijk had hij zelf ook niet verwacht dat hij de afsluiter van het ‘Dag in de Branding’-festival zou zijn. Een beetje buitenstaander was hij dan ook wel, maar dat mocht de pret in Paard – zowel voor jong als oud – niet drukken.

Gedurende de dag stonden optredens van Slagwerk Den Haag, Anaïs Nin, Ghalia Benali, het Residentie Orkest en tot slot Kleine Viezerik op het programma. Een aantal aanwezigen heeft overduidelijk gebruik gemaakt van de mogelijk met een passe-partout ook de slotact te bezoeken, waarschijnlijk nietsvermoedend en nieuwsgierig. Dat het optreden van de volgetatoeërde niet ‘in het rijtje’ zou passen maakte echter niemand wat uit. Met KV op het podium krijg je naast een concert ook een halve cabaretshow en zaterdag was de rapper zelfs niet te beroerd om er een gezellig ‘kinderfeestje’ van te maken.

Het voorprogramma en de support werden verzorgd door Abou, Vinny, Vette Buit en H3C dj’s. Stuk voor stuk artiesten die op het podium in de schaduw van Kleine Viezerik staan, maar er wel voor zorgen dat het een complete show wordt. Een rapper die in zijn eentje optreedt pleegt immers zelfmoord voor zijn straatwaarde. Een crew hoort erbij. Maar KV blijft het stralende middelpunt on stage, al was het alleen maar vanwege zijn collectie glimmende armbanden en kettingen. Oh, en zijn onmiskenbare grill uiteraard. Het bling-bling plaatje is compleet.

Kleine Viezerik speelt in de Kleine Zaal van Paard binnen drie kwartier zijn debuutalbum erdoorheen. Een vrij korte show om als compleet concert aan te duiden, maar veel meer mag van zijn repertoire niet verwacht worden. Door de energie die hij in zijn optreden weet te leggen, in combinatie met schunnige grapjes en treffende observaties, maakt de lengte echter niet uit. Nummer na nummer pompen de beats de zaal in, terwijl KV er vlekkeloos op rapt. Terwijl in andere zalen de rapper nog wel eens overstemt wordt door de muziek, is daar in de kleine zaal helemaal geen sprake van. Kraakhelder, verstaanbaar en meeslepend voert Kleine Viezerik zijn ‘mooie meiden’ en ‘snelle jongens’ mee naar zijn leven in Amsterdam. Het zal de Hagenezen worst weten waar KV vandaan komt; zijn teksten spreken voor zich.

Na zijn grote hit – meer dan 250.000 hits op YouTube – en eerste single ‘Meisje Luister’ veranderd de show plotsklaps in een soort kinderfeestje. Dat overfanatieke fans het (te) lage podium opklimmen gebeurt vaker, maar zelden nodigt een artiest vervolgens twee jongens die bij lange na nog geen tatoeage mogen laten zetten op het podium uit om mee te rappen. Een gezellige chaos in het gevolg als zijn laatste banger ‘Tattoo Boyz’ ingezet wordt. Uiteindelijk ontbloot en pronkend met meer kettingen en zijn tatoeages laat KV het publiek voldaan achter. Op z’n Haags.

Posted in 3voor12, Den Haag | Leave a comment

Rick Floot

Toen Marc van Hal, de PR-man van stichting FSHD, fotograaf Rick Floot benaderde met een project over de spierziekte, wist hij meteen dat hij het visuele gedeelte wel voor zijn rekening wilde nemen. Hij heeft de ziekte daadwerkelijk een gezicht gegeven.

Een van de eerste symptomen van FSHD – een zeldzame, erfelijke vorm van spierdystrofie die veroorzaakt wordt door een genetische afwijking – is een ‘asymetrische spierzwakte’ in het gezicht, oftewel slappe gelaatsspieren aan een kant van het gezicht. Hoewel Rick Floot nooit eerder studioportretten had geschoten, wilde hij naast film ook de fotografie graag op zich nemen.

 

‘Ik had een duidelijk beeld voor ogen: de aandacht moet echt op het gelaat liggen. De belichting en achtergrond mochten niet afleiden en ik wilde graag een ‘liggende’ verhouding fotograferen, zodat ik de foto’s ook makkelijk in mijn video-item kon verwerken bij wijze van ‘leader’.’

De stichting FSHD had een bijeenkomst-middag georganiseerd en patiënten uitgenodigd om op de foto te gaan. ‘De reacties waren overweldigend’, vertelt Rick. ‘Alle aanwezigen wilden graag meewerken aan het project. Het gaf ze het gevoel eindelijk zelf iets te kunnen doen om de ziekte onder de aandacht te brengen. In een paar uur tijd heb ik 42 lotgenoten geportretteerd. De ziekte is progressief en neemt over het algemeen ergere vormen aan. Veel mensen zijn in hun eigen rolstoel gefotografeerd.’

Rick vond het heel bijzonder om aan het project mee te werken. ‘De mensen geven zich namelijk echt ‘bloot’ met hun ziekte’, vervolgt hij. ‘Ook duurt zo’n sessie maar een paar minuten per persoon, je voelt de verschillen in persoonlijkheden en de manier waarop ze met de spierziekte (en gevolgen voor hun uiterlijk) omgaan. De een vol van trots en eigenwaarde, een ander heel ‘gelaten’ en relaxed. Een vrouw was enorm gespannen en onzeker. Pogingen om haar op d’r gemak te stellen mochten niet baten. In zo’n geval probeer ik nog sneller te werken; het moet wel leuk blijven.’

 

Afgelopen zomer is er een belangrijke doorbraak geweest in het onderzoek naar de spierziekte FSHD, waardoor ontwikkeling van een medicijn een stap dichterbij is. ‘Maar zonder geld voor meer onderzoek kan dit nog lang duren’, geeft Rick toe. ‘De foto’s zullen in ieder geval gebruikt worden in een campagne om meer bekendheid aan de ziekte te geven. Daarnaast worden ze verwerkt in video’s over dit onderwerp, te zien op de website van de stichting FSHD.’

Foto’s © Rick Floot

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment

Puna presenteert de top van de Nederhop

Hiphopportal Puna is vijf jaar en viert dit op deze doordeweekse woensdag in Paradiso met een marathon aan de beste Nederhop die het land op dit moment te bieden heeft. Een verjaardag met een missie dus: 2011 wordt het jaar van de definitieve doorbraak van de vaderlandse hiphop.

Avonden waarop zoveel verschillende Nederlandstalige hiphopartiesten op één podium staan zijn tegenwoordig zeldzaam. Naast labels als Top Notch en Noah’s Ark zijn er weinig artiesten die een zaal als Paradiso zo los krijgen als de groep mannen die Puna verzameld heeft. De deuren van de poptempel gingen al om zeven uur open en nog geen uur later is het al duidelijk dat het een mooie lange avond gaat worden.

De acht geboekte acts krijgen ieder een dikke twintig minuten om te laten zien wat ze in huis hebben. Logischerwijs krijgen optredens die uit meerdere losse groepen bestaan wat meer tijd, maar de beperkte duur is alsnog een garantie voor enkel bangers.

Deze man heeft de opdracht gekregen om de zaal op te warmen. Kleine Jay start alleen vanavond. Zijn teksten zijn redelijk goed te verstaan en hij brengt ze met veel energie. Het lukt bij het derde nummer om een deel van de zaal mee te krijgen, maar ondanks dat de zaal al vrij vol is valt er niet meer uit te halen.

Twee opgeschoren rauwdouwers met zonnebrillen en tatoeages; RB Djan en zijn broer, Flex, maken direct een statement aan het begin van de avond. Van de artiesten die Puna geboekt heeft vormen zij toch het rafelrandje. Met zijn harde THC-style zorgt RB DJan in ieder geval ervoor dat iedereen in Paradiso wakker is. Het blijkt achteraf het kortste optreden van de avond, maar dankzij de aantrekkingskracht van de twee mannen op het podium weet iedereen direct weer waar Amsterdam, Puna en RB Djan voor staan.

Als er twee jongens met baseballcaps en bijpassende jacks het podium opkomen, weet je dat de Bijlmer aanwezig is. M.O. & Brakko zijn de eerste twee van de coöperatie SamenSterk en een vaste kracht als je wilt dat je feest losgaat. Langzaamaan komt er wat beweging in de zaal, maar aan het eind van deze ‘lange’ show blijkt dat vanzelfsprekend. Eerst is het nog de beurt aan Tastic, afkomstig uit Alphen aan de Rijn. Amsterdam zou Amsterdam niet zijn om hem niet hartelijk welkom te heten, maar het gaat toch altijd wat minder uitbundig dan wanneer het om stadsgenoten gaat. Dat ervaart tenminste Tastic, die behalve zijn hit ‘Gaatiedatzegge’ eigenlijk weinig weet te beroeren.

Hoe anders is het als Dret & Krulle op het podium staan. Ondertussen heeft een grote Bijlmer-schare zich naar het podium begeven en dan laten de twee mannen zien dat er maar één Dret & Krulle bestaat. D. Lippsvergezeld hen om Amsterdam West te representeren. Voor het eerst op de avond, zo’n anderhalf uur onderweg, gaat het dak van Paradiso.

De nieuwe garde van de Nederlandse hiphop lijkt er een hobby van te hebben gemaakt om met jas aan op het podium te verschijnen. Niemand overtreft echter Kleine Viezerik, KV, die goed naar Rick Ross heeft gekeken en doodleuk een bontjas aantrekt. Na een energiek en boeiend optreden moet hij toegeven het toch wel erg warm te hebben en zich af te vragen ‘waarom die dikzak dit in vredesnaam aantrekt’. Het staat KV echter goed en iedereen was er natuurlijk al vanuit gegaan dat de jas sowieso uit zou gaan voor het nummer ‘Tattoo Boyz’. Na uiteraard ‘Meisje Luister’ niet te overgeslagen te hebben (en nog even een nieuw nummer ten gehore te hebben gebracht), geeft hij het stokje door aan de rapper uit Eindhoven: Fresku.

Wat later op de avond en wat drank verder weet Fresku vanaf het eerste moment de zaal mee te krijgen. Zijn harde beats met diepe teksten eroverheen blijven steken en zorgen dat de Paradiso wederom knalt. Blijkbaar is het een Eindhoven’s gebruik om er even een lekker hardcorenummer doorheen te gooien, getiteld ‘Naaldhakken op ’t dak’. Fresku beseft zelf heel goed dat hij maar twintig minuutjes gekregen heeft en knalt er dus enkel harde tracks uit. Een wijs besluit, want de volgende act zal moeite hebben het tempo meteen op te pakken.

Boef en de Gelogeerde Aap (Tilburg) en Zo Moeilijk (Nijmegen) mogen de Zwollenaren voorgaan. De twee acts vormen eigenlijk gewoon het voorprogramma van de Fakkelbrigade. Ze kunnen zich wel voordoen als één, maar er is een duidelijke hiërarchie. De kwaliteit is hoog, maar toch lukt het voornamelijk de laatste groep om echt de zaal in hun flow mee te krijgen. Dit is te merken bij ‘gouwe ouwe’ Opgezwolle-nummers als Verre Oosten, pakkende rhymes van Hoedenplank en Sticks’ afsluiter Tijgers en Draken. Statement of niet, het contrast kan niet groter. Typhoon’s broer O-Dog, staat net als vorige maand bij TopNotch de mannen te vergezellen en de zaal tussen de nummers door te entertainen.

De eenmalige reünie van broers Hef, A’donis/Adje en Crooks brengt Hoogvliet en IJburg vanavond bij elkaar. Nu Hef als individuele artiest meer bekenheid heeft verworven en Adje samen met Reverse en Jawson/JayH goed op weg is, is het een leuk extraatje op een avond als deze om de mannen samen op het podium te zien. Toch reageert het publiek niet helemaal zoals verwacht bij een reünie. Het blijft wat matjes, waardoor je je afvraagt of dit het hoogtepunt van de avond moest zijn. Nadat Hef zich bij Noah’s Ark aansloot maakte hij kort daarna bekend dat hij ook zijn eigen label zou opzetten, met Crooks en Killah Keezy aan zijn zijde. In het kader hiervan brengt hij vanavond als afsluiter nog een paar tracks met Team Vieze.

Na afloop van de drie broers kondigt host Andrew Makkinga aan dat het feest nog niet klaar is. Dit was te verwachten, aangezien Leeroy, Akwasi en Hayzee al meerdere malen gespot werden in de zaal. Zwart Licht mag het verjaardagsfeestje van Puna afsluiten. Met zowel nummers van hun album Bliksemschicht als No Juju vliegen bekers en water door de lucht en later ook Akwasi zelf. Het is elke keer opnieuw onvoorstelbaar hoe het deze mannen lukt om zoveel energie vrij te krijgen in de zaal.

De avond liet een duidelijk verschil zien welke acts ‘aan’ waren en welke meer moeite hadden om de crowd mee te krijgen. Desalniettemin is door Puna met trots de nieuwe garde gepresenteerd, al lijken de oudegedienden van Opgezwolle zowaar even de kar te trekken. In wat ‘opkomst van het nieuwe regime’ wordt genoemd, komt deze oudste act met hun eigen oude nummers en gaat de zaal daar het meest op los. Er is dus nog altijd een hang – ook onder de jongeren – naar de harde hiphop van de ‘oude garde’. De enige conclusie van de avond voor dit hiphopblog met een half miljoen bezoekers per maand: “Puna is de baas, echte mannen weten het”. Het galmt de hele avond door in de Paradiso. Die boodschap is duidelijk.

Posted in 3voor12, Amsterdam | Leave a comment

Hans Kemp

Met foto’s uit zijn serie ‘Bikes of Burden’ veroverde Hans Kemp eerder deze maand de tweede plaats in de ‘Portfolio – World In Motion’-categorie van de Travel Photographer of the Year-competitie. De beelden zijn zeven jaar oud, maar nog lang niet verouderd.

“De serie past prima in het thema van de competitie, dus daarom heb ik deze maar opgestuurd”, legt Hans Kemp droogjes uit als we met hem bellen in Bangkok, Thailand. “Er zit geen houdbaarheidsdatum aan de inzendingen, maar als het tafereel niet meer zou bestaan zou het wel vragen opleveren. Het onderwerp is echter gewoon nog actueel, dus geen probleem.” Hans’ Bikes of Burden-serie gaat over de volgestouwde brommers die de wegen van Vietnam beheersen. Ingenieuze stapel- en pakmethodes worden op de arme tweewielers botgevierd, want zoveel mogelijk spullen – dood of levend – meenemen is het streven.

Voor Hans is het uitzonderlijk dat hij aan een competitie deelneemt – “pas de tweede keer” – en hij heeft dan ook geen series liggen die hij vaker instuurt. Bikes of Burden vormt een uitzondering: “Met een enkele foto uit die serie heb ik op de Photography Masters Cup een ‘honorable mention’ ontvangen, maar dat was het.” De magie van de serie komt volgens Hans voort uit het feit dat hij het land, Vietnam, goed kent. Volgens hem vallen de immer aanwezige brommers iedere toerist het eerst op; waar je ook kijkt, ze rijden er. “Niemand neemt eigenlijk echt de tijd om goede foto’s van het fenomeen te maken, maar toeristen hebben dan ook niet echt de mogelijkheid. Het verkeer in Vietnam is levensgevaarlijk en de foto’s geschoten terwijl ik achter op zo’n zelfde brommer zat.” Op de hoek van de straat blijven staan had geen zin en Hans stortte zich dan ook vol overtuiging op het hectische avontuur. “Zodra ik op het idee kwam er een serie en een boek van te maken wist ik al dat het mensen aan zou spreken, maar een groot succes als dit had ik niet verwacht.”

Verrassend genoeg was Bikes of Burden niet alleen een succes onder niet-Vietnamezen en de jury van de TPOTY, maar ook in het land zelf. Het is zeker niet hetzelfde als een Nederlandse die fietsende landgenoten fotografeert. “Natuurlijk waren de serie en het boek het populairst onder Vietnam-liefhebbers, maar voor de Vietnamezen was het een mooie bevestiging. Ze zien het fenomeen natuurlijk iedere dag, maar vastgelegd beseffen ze dat het eigenlijk iets unieks is.” Hoewel Hans zelf ook al langere tijd in Vietnam woonde en het land goed kende, was het toch een deel verbazing wat hem aanzette de Bikes of Burden-serie te maken. Deels van de kracht van de serie komt namelijk voort uit de combinatie tussen verbazing en herkenning. “Als je ergens langere tijd zit is het zo dat je dingen minder goed ziet of ze je niet meer opvallen, maar aan de andere kant heb je ook juist meer tijd om rustig ermee aan de slag te gaan. Je hebt op zo’n moment eigenlijk even andermans ogen nodig om je weer even bewust te maken van het fenomeen. Met de ervaring in het achterhoofd proberen te kijken met frisse ogen eigenlijk.”

Wie voor hem die frisse ogen vormde toen Hans naar Cambodja ging was collega-fotograaf Conor Wall, die daar woont. Hans, wie ook een uitgeverij heeft, had het idee een serie te maken over transport in Azië in het algemeen. Doorgaans voor westerlingen al een vreemd genoeg gezicht. Na contact te hebben gezocht met Conor wees deze hem er echter op dat in Cambodja alleen al genoeg te zien is. “Ook daar kom je niet om de vreemdste transportmiddelen heen, terwijl je door de geringe oppervlakte niet teveel hoeft te reizen.” Met het succes van Bikes of Burden als motivatie bracht het duo in maart de serie en het boek Carrying Cambodja uit. Over hoe lang het succes van de Vietnam-serie nog voortduurt kan Hans alleen maar gissen, maar het Cambodja-project zal volgens hem nog wel even actueel blijven. “In Cambodja veranderd bar weinig, terwijl het transport in Vietnam erg langzaam ontwikkelt. Ik hoop dat de series nog een aantal jaar meekunnen.”

Foto’s © Hans Kemp

Posted in Interviews, Photography | Tagged , , | Leave a comment