Waar je normaliter een theaterzaal waar Hans Teeuwen optreedt al lachend binnenkomt, was het afgelopen zaterdag in de Grote Zaal van Schouwburg Almere een serieuze bedoening. Terwijl hij zalen vroeger in een vingerknip uitverkocht, lijkt hij nu zijn best te moeten doen voor een halfvolle zaal. Dapper is wel dat iedereen vooraan zit; bij een show van de zelfgekroonde ‘koning van de lach’ is dit niet altijd zonder risico’s.
Hoe anders is dit tijdens Hans Teeuwen Zingt: het publiek hoeft zich geen zorgen te maken belachelijk gemaakt, uitgescholden of zelfs lichtelijk getraumatiseerd te worden. Vanavond zingt Hansje Teeuwen gewoon liedjes, die echter door andere ‘al veel eerder, veel vaker en veel beter zijn gezongen’. De jazzband maakt, zoals het hoort in de scene, zijn entree zonder de zanger en stelt in een kwartiertje de pianist, drummer, gitarist, contrabassist en zeer amikale saxofonist voor. De zaal klapt voorzichtig als de solo’s voorbij zijn, maar de handjes gaan pas echt op elkaar als Neerlands bekendste grappenmaker op het podium verschijnt.
Zoals te verwachten is de energie en gedrevenheid die Hans Teeuwen uitstraalt als vanouds. Het publiek wordt door hem in een rap tempo meegesleept door nummers van onder andere Frank Sinatra, Billie Holiday en Sarah Vaughan, die hij telkens weer een eigen draai weet te geven. Ondertussen lijkt de slungelige zanger kilometers op het podium af te leggen door constant heen en weer te dansen. Meer gekkigheid zal er tijdens de show ook niet zijn; Hans Teeuwen komt vanavond om te zingen en niet om lollig te zijn. Het publiek lijkt echter constant op haar hoede voor een slinkse grap en leuke woordspeling, maar krijgt weinig anders uit Teeuwen’s mond dan zangerige klanken van een goed niveau.
Dat hij geen echte zanger is, zal de cabaretier zelf het eerst toegeven. Eerder heeft hij al in de media bekend gemaakt dat het voor hem een mooie afwisseling is na zijn cabaretshows en hij het ‘wel leuk’ zou vinden om wereldberoemde klassiekers uit de jazzscene te zingen. Zijn zangkwaliteiten overstijgen dan ook niet een bovengemiddeld niveau en het spreekwoord ‘beter goed gejat dan slecht verzonnen’ is ook wel van toepassing, maar het is de presentatie en zijn naam waar Teeuwen op vaart. Hij maakt geen grappen, maar gedraagt zich op een verkapte manier (in de trant van opgaan is de muziek) gek op het podium. Niet voor niets begint hij het toegift met een vertaalde versie van zijn komische nummers ‘Snelkookpan’ uit zijn laatste show ‘Industry of Love’ en krijgt daarbij de hele zaal mee.
Hoewel Hans Teeuwen zichzelf als zanger op het podium erg serieus lijkt te nemen, kan hij het niet laten op het publiek toch met een glimlach op het gezicht naar huis te laten gaan. Eens een cabaretier, altijd een cabaretier, zo lijkt het. Desalniettemin is zijn show vermakelijk, ook omdat de muziek gewoon goed klinkt – de band speelde immers vloeiend en passievol. Zijn vertolking van de pareltjes uit de muziekgeschiedenis maken het tot een goed concert. Volgende keer mag hij echter best wel weer voor ons, à la Industry of Love, zijn vinger in zijn anus stoppen.