Tag Archives: Ganja

The ganja planter

‘Mzungu, you wanna buy ganja? Good ganja, real Uganda ganja.’

Een veertien jarig jochie probeert mij te overtuigen zijn wiet te kopen. Als blanke westerling, een mzungu, krijg je er in Uganda dagelijks mee te maken. In Kabale, een dorp op zes uur rijden van de hoofdstad Kampala ging ik op zoek naar de oorzaak, het gevolg en de oplossing van straatkinderen die verslaafd zijn aan Ganja.

Het gebruik van ganja onder straatkinderen en het dealen van de drug is een probleem dat Uganda al jaren teistert. De ganjagebruikers zijn te verdelen in twee groepen. De eerste en grootste groep is die van de straatkinderen. Van de bijna driehonderdduizend kinderen in Kabale district (zesenvijftig procent van de totale bevolking) vallen er veertigduizend  in deze categorie. Het zijn vaak wezen vanaf een jaar of negen wiens ouders aan AIDS of andere ziektes overleden zijn. Door het wegvallen van hun ouders belanden deze kinderen al snel op straat waar ze in de handen vallen van oudere straatkinderen.

Het grote gevaar bij dergelijke straatkinderen is dat het drugsgebruik vaak in combinatie gaat met misdaad. Zo neemt het  aantal drugsgerelateerde misdaden jaarlijks toe. Roofovervallen, diefstal en verkrachting worden door oudere gebruikers aangemoedigd waardoor velen vervallen in een steeds dieper dal van ellende en misère.

Ontmoetingsplaats 

Op een stenen muurtje bij het afgelegen Kirigime Guesthouse zitten de drie jongens wat te giechelen. Naast hen staat een wat oudere man met een boda boda (motortaxi) die als tussenpersoon dient. Van de jongens ziet Alex (15) er het meest uit alsof hij al jaren in een kolenmijn gewerkt heeft, terwijl hij ‘pas’ een jaar gebruikt. Henry (16) is echter al het langst verslaafd aan ganja, hij gebruikt het dagelijks vanaf zijn negende. De oudste is Robert-Emanuel (17), die al drie jaar om dezelfde reden als de andere jongens ganja rookt: er is niets en niemand die hem tegenhoud.

Alle drie de wezen verklaren dat ze te veel van ganja houden om er mee te stoppen.  Zonder eerst wat ganja  te hebben gerookt kunnen ze niet werken, slapen of normaal functioneren. “Het begon met vriendjes van dezelfde leeftijd”, vertelt Henry. “Sommigen van hen stopten met ganja, anderen gingen door. Ik ben nooit naar school gegaan, daar had ik geen geld voor.” “Het zelfstandig leven in de stad is moeilijk”, zegt Robert. “Met mazzel verdien ik vijfhonderd shilling per dag (twintig cent) met allerlei rotklusjes. Daarvan kan ik dan sowieso ganja kopen en wellicht wat te eten. Wat er over is spaar ik op voor kleding.” Robert is de enige van de drie die wel eens is opgepakt wegens het roken van ganja. “Ik ben minderjarig dus ze kunnen me niets maken”, biecht hij op. “Ze hebben me een nacht in de cel gezet en de volgende dag stond ik alweer buiten. Ik ben niet bang voor een straf of een boete, ik heb toch niets te verliezen.”

Zonder mij aan te kijken doet Alex zijn verhaal. “Dankzij het roken vergeet ik mijn zorgen. Ik word er sterker van, zodat ik kan werken om geld te verdienen. Dat ik vaak geen geld heb voor eten, vergeet ik wel door te roken.” De jongens beamen dat als er toezicht en geld was geweest ze wellicht niet aan de drugs waren gegaan. Zo is Henry wel geïnteresseerd in sport en wil Alex best gitaar leren spelen, maar daar is geen geld, tijd of plaats voor in hun huidige leven.

Onoplosbaar probleem

De politie staat machteloos tegen het ganjagebruik van de straatkinderen. Twinomucu-Mguzu Wiily is in charge of narcotics, oftewel drugsexpert bij de politie in het Kabale district. Cijfers heeft hij niet ‘beschikbaar’, wat eigenlijk al genoeg zegt, dus moet ik hem maar geloven op zijn expertise. “Tegen minderjarige drugsgebruikers kunnen we gewoon niet optreden”, verzucht hij. “We moeten gebruikers op heterdaad betrappen, anders kunnen we ze niet oppakken. En als we wel iemand oppakken, staat die persoon de volgende dag weer op straat, aangezien de borgtocht nul shilling bedraagt.”

Het oppakken van de straatkinderen helpt maar zelden bij het vinden van een dealer of kwekerij te vinden. Slechts tien procent van de plekken waar ganja wordt verbouwd zijn bekend bij de politie. Omdat veel straatkinderen willen blijven gebruiken en toch wel vrijkomen, geven ze zelden informatie vrij. ‘De ouders kunnen niet aansprakelijk gehouden worden voor de daden van hun kind’, aldus Wiily, ‘als de ouders nog leven, dan verklaren ze dat hun kinderen door de drugs gek en onderhoudbaar zijn geworden. De kinderen zijn zelf verantwoordelijk.’ Toch is er een lichtpuntje. In de belangrijkste leeftijdscategorie, van twaalf tot vijfentwintig, daalt het aantal ganjagebruikers.

Hoofdcommissaris Asimwe Kadiri van het Kabale district weet precies waar het probleem ligt. “De gemeenschap ziet drugsgebruik onder straatkinderen als een probleem van de politie, terwijl het een maatschappelijk probleem is. De gemeenschap is medeverantwoordelijk voor het aangeven van gebruikers.” Volgens de hoofdcommissaris is de politie de enige die wat doet aan het probleem. Door de media wordt er maar op zeer kleine schaal aandacht aan besteed.

“Mensen grijpen pas in wanneer ze zelf slachtoffer worden van een misdaad of verkrachting door een ganjagebruiker. Het hele korps helpt mee aan de strijd tegen drugsgebruik, maar we hebben maar twee specifieke drugsspecialisten. De opleiding hiervoor is erg duur en geld hebben we niet”, aldus Kadiri, die de lokale politiek verantwoordelijk houdt voor de gang van zaken. “Ze besteden geen aandacht aan het drugsprobleem en zijn bang om erover te praten. Politici denken alleen maar aan het winnen van de volgende verkiezingen. Straatkinderen en drugsgebruik staan niet hoog op de agenda, dus zal het nog wel even duren voor wij als politiekorps meer geld krijgen voor de bestrijding ervan.”

Ondergeschoven probleem

Sinds het aantreden van president Museveni zijn verschillende belastingen afgeschaft of verlaagd, waaronder de inkomstenbelasting en belasting op boda boda’s. Hierdoor is minder geld te besteden aan de bestrijding van drugsgebruik onder straatkinderen. Het beperkte budget is het voornaamste probleem in de ganjabestrijding.

“We moeten de oorzaak van het probleem oplossen, niet aan het probleem zelf werken, zegt Byamucisha Sentaro, chairperson Central Division van het Kabale district, de lokale overheid. “Volledige controle krijgen op de situatie is een utopie. Er zijn wel programma’s gestart om straatkinderen van de straat te halen door middel van sport, muziek en cultuur, maar deze activiteiten zijn nog veel te schaars. We moeten van beneden af omhoog werken om het probleem tegen te gaan.”

Sentaro bedoelt dat er gewerkt moet worden aan het verhogen van de inkomens, de landbouwproductie en de infrastructuur. Als de armoede in het district verminderd, zullen er minder kinderen op straat belanden en dus ook minder kinderen ganja gebruiken. “We hebben ideeën voor afkickklinieken en counseling, maar daar is geen geld voor. We hebben te maken met veel limieten. We kennen het probleem, het hoe en waarom en we weten de oplossing, helaas is deze niet haalbaar. We worden afhankelijk van binnen- en buitenlandse NGO’s. Deze helpen momenteel wel de straatkinderen, maar moeten gaan helpen aan de bron, de oorzaak van het probleem.”

Scoren met ganja 

Ondanks het feit dat ganjagebruik onder straatkinderen dus een levensgroot gevaar vormt, blijft het een deel van de Ugandese cultuur. Toeristen, backpakkers en vrijwilligerswerkers blijven veelvuldig gebruik maken van de goedkope ganja die overal door straatkinderen aangeboden wordt. In de Ugandese hitlijst staat Malon Usher momenteel in de top drie met zijn nummer They Call Me The Ganja Planter, wat in elke discotheek in Kabale door iedereen met volle borst wordt meegezongen. Iedereen wil een Ganja Farmer genoemd worden, niet beseffend dat die troep voor de straatkinderen een kwestie van leven en dood is.

Gepubliceerd in Join, september 2007

Posted in Overig | Tagged , , | Leave a comment